Anna is ontroostbaar na de dood van haar beste vriend David. Ze vraagt zich af warom hij zo jong moest sterven en hoe ze nu zelf verder moet. Een Stem leidt Anna naar een wereld waarin de doden nog 'leven', een wereld tussen leven en dood: de Tussenwereld. In de Tussenwereld worden gestorvenen tegen hun zin vastgehouden door de Heer die macht over leven en dood probeert te krijgen. Hij onderdrukt de gestorvenen niet door lichamelijke terreur - de gevangenen zijn immers al dood - maar door hen geestelijk te martelen. Een aantal gestorvenen is gevlucht en heeft de strijd aangebonden met de Heer. Zij willen zijn macht breken opdat zij de Tussenwereld kunnen verlaten en door kunnen naar de onbekende eindbestemming van de doden. Door Anna's band met David lijkt zij een, vooralsnog onbekende, cruciale rol te moeten spelen in de verbeten strijd met de Heer.
