Godfried van den Bergh begreep volstrekt niet wat hem overkwam. Hij dacht zelfs een volgende aanval te kunnen afslaan, maar dat bleek een illusie. Het werd eerder erger. Zeven jaar verkeerde hij in de put van de manisch-depressieve cyclus.
Hij vroeg drie psychiaters tevergeefs om hulp. Hij bofte dat hij een vierde terechtkwam, die uitkomst bood. Die wist hem te overtuigen dat lithium de manisch-depressieve cyclus kon voorkomen. Dat bleek - en hij kreeg zijn oude zelf terug.
In Uit de put geeft Van den Bergh zijn ervaringen weer. De kracht van manie en depressie beschrijft hij trefzeker en invoelbaar. Zijn ervaringen benut hij ook voor het verhelderen van de manisch-depressieve beleving, zoals de sterke gerichtheid op de dood. Bijzondere aandacht geeft hij daarom aan de wonderbaarlijke werking van lithium.
