Ook mensen die zich verder nooit met geschiedenis hebben bezig gehouden voelen een soort van drang om meer over deze bizarre periode te weten te komen. Het is alsof we iets proberen te begrijpen wat niet te begrijpen valt; de bereidheid van naties om alles op te offeren om een conflict uit te vechten. En het vermogen van soldaten om in onmenselijke omstandigheden overeind te blijven. Het bekende schilderij dat een nachtelijk gevecht bij Verdun afbeeldt draagt niets voor niets de titel “l’Enfer” (de hel).
Na het optrekken van de stofwolken poogde men de scherven deels te lijmen en een “nieuwe wereldorde” op te tuigen die “aan alle oorlogen een einde zou maken”. Die pogingen waren oprecht en de staatslieden, ministers en deskundigen die zich er mee bezig hielden gingen niet over één nacht ijs. Nooit eerder waren delegaties van een dergelijk kaliber zo
intensief bezig met één verdrag (Versailles).
De hoofdstukken in dit boek beogen een schets te geven van hoe het zo ver heeft kunnen komen en hoe het eindigde in de paleizen van de Franse voorsteden: Versailles, Trianon, Neuilly-sur-Seine, Sant-Germain en Sèvres.
De opzet is geenszins geweest om een volledig overzicht te geven maar meer om de belangstelling van de lezer te wekken voor deze gruwelijke, maar historisch zeer belangrijke episode uit de Europese Geschiedenis.
