Ziek zijn van liefdesverdriet, verschrikkelijk verliefd zijn op die ene onbereikbare persoon en stiekem verlangen naar vreemdelingen in de club. Puck Vriens schrijft hier in haar tweede dichtbundel Vlinders allemaal over op kwetsbare maar ook humoristische wijze. Vlinders zijn Pucks fascinatie sinds jongs af aan. Ze draagt er altijd wel eentje bij zich, in haar sieraden of kleding en haar hele kamer hangt ermee vol. Duidelijk is dat Puck vlinders niet alleen graag om zich heen heeft maar ze ook graag voelt. Ze laat in dit werk geen details achterwege en neemt je mee op reis door haar achtbaan van emoties waarin ze zowel verdwaald raakte in haar eigen hersenspinsels als hoog in de wolken zat.
