Eliëzer Kropveld is het jongste kind uit een Joods gezin met elf kinderen. Zijn
vader sterft op jonge leeftijd. Zijn moeder houdt veel van haar jongste kind en
zegt: 'Eliëzer wordt flink en vroom!' Hij bezoekt naast de stadsschool ook de
Joodse school. Daar leest hij veel over de Joodse godsdienst en oude wetten.
Iets over de Duitse grens gaat hij in een winkel werken. Daar komt hij in
aanraking met christenen en gaat boeken lezen van 'oude schrijvers' zoals van
Salomon Duijtsch (een bekeerde Jood), van Bunyan (De Christenreis) en het
vragenboekje van ds. Hellenbroek.
De omgang met de christenen, het lezen van het Nieuwe Testament en de werken
van de oude schrijvers leiden tot zijn bekering. Hij krijgt ontslag en zoekt
ander werk om aan de kost te komen.
Later wil hij graag Gods Woord gaan verkondigen en in 1870 studeert hij als
predikant aan de Hogeschool van Kampen af. Hij dient in totaal zeven gemeenten.
Op de hoge leeftijd van ruim 80 jaar gaat hij naar het Vaderhuis.
vader sterft op jonge leeftijd. Zijn moeder houdt veel van haar jongste kind en
zegt: 'Eliëzer wordt flink en vroom!' Hij bezoekt naast de stadsschool ook de
Joodse school. Daar leest hij veel over de Joodse godsdienst en oude wetten.
Iets over de Duitse grens gaat hij in een winkel werken. Daar komt hij in
aanraking met christenen en gaat boeken lezen van 'oude schrijvers' zoals van
Salomon Duijtsch (een bekeerde Jood), van Bunyan (De Christenreis) en het
vragenboekje van ds. Hellenbroek.
De omgang met de christenen, het lezen van het Nieuwe Testament en de werken
van de oude schrijvers leiden tot zijn bekering. Hij krijgt ontslag en zoekt
ander werk om aan de kost te komen.
Later wil hij graag Gods Woord gaan verkondigen en in 1870 studeert hij als
predikant aan de Hogeschool van Kampen af. Hij dient in totaal zeven gemeenten.
Op de hoge leeftijd van ruim 80 jaar gaat hij naar het Vaderhuis.