In een lege eersteklascoupé van een trein op spoor 14a van het Amsterdamse Centraal Station zit nog één passagier. De schoonmaker denkt dat de man in slaap is gevallen en probeert hem te wekken. Maar bij het eerste duwtje valt hij om. Hij is dood. Al spoedig concludeert rechercheur Peter Hermans dat het hier gaat om een afrekening in het criminele circuit. De man in de trein is namelijk de Duitser Gustav Sacher, de advocaat van een bende die al jaren voor problemen zorgt in de hoofdstad, de Mendelssohn-connectie. Hermans is vastbesloten om de hele bende op te rollen, maar de boel lijkt hermetisch gesloten, niemand is bereid om ook maar iets los te laten. Maar Cas Wulffers gaat op zoek naar de mens achter de crimineel en stuit zo op opmerkelijke nieuwe inzichten. Want heeft de schoonmaker, die de dode als eerste heeft ontdekt, wel zulke schone handen?
