Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Adriaan van Dis: "naar zachtheid, warm omhelzen"

fredwierenga 05 september 2023
Adriaan van Dis: “naar zachtheid en een warm omhelzen”.

“Naar zachtheid en een warm omhelzen” is een verhaal van twee stemmen, die elkaar afwisselen en aanvullen. De ene stem is die van Adriaan, een negenjarige jongen die opgroeit bij zijn grootvader en zijn tante Ommie. De stem die vertelt over zijn belevenissen alsof hij zichzelf observeert van een afstand. De andere stem is die van de schrijver, een oude man die terugblikt op zichzelf als 9 jarige. Van Dis verbindt het heden met het verleden en toont zo de invloed van de oorlog op de familie. De titel van het boek is een eerbetoon aan de dichter Adriaan Roland Holst, die een grote invloed had op de jonge Adriaan van Dis. Adriaan van Dis groeide op in Bergen, waar hij als kind kennismaakte met hem. De titel verwijst naar het gedicht “Schemering”.
Het is een roman over een moeilijke jeugd en een traumatische familiegeschiedenis. Een mooi openhartig, warm en vlot geschreven, min of meer autobiografisch, verhaal over de jonge negenjarige Adriaan die tijdelijke opgevangen wordt bij zijn grootvader, Huibert. Dit omdat zijn vader thuis kampt met een oorlogstrauma die hij in de oorlog heeft opgelopen. Zijn grootvader heeft een dienstmeid Jans Broumels in huis die door Adriaan al gauw “Ommie” wordt genoemd. Voor de grootvader is deze dienstmeid tevens “meid voor dag en nacht”. Ze is voor Adriaan als een soort grootmoeder waar hij warme gevoelens voor koestert. En zij is tevens degene waarbij Adriaan zich serieus genomen voelt. Hij kreeg van Ommie allerlei nieuwe spullen. En het mooiste cadeau was de verrekijker. Hij noemt hem “Maresch”, naar de naam die hij in de koker zag staan. Met zijn Maresch kan hij de wereld verkennen en allerlei avonturen beleven en vanuit zijn kamer de straat bekijken en de mensen observeren die erlangs komen. Waaronder een vrouw, Melitta. Ze loopt mank en heeft een gehandicapte zoon. Zij trekken vooral zijn aandacht.
Ommie heeft een groot hart voor de mensen die het moeilijk hebben, de 'veertjes' die ze zo noemt. Ze laat ze binnen via de achterdeur, in haar gezellige keuken. Daar vraagt ze ook deze Melitta die uit Italië komt. Ommie probeert haar te troosten met zoete pepers, Peperoni’s, uit haar tuin. Ommie vraagt niets terug, alleen een beetje dankbaarheid. Ze is een trouwe hulp voor iedereen die haar nodig heeft, en dat is het mooiste compliment dat ze kan krijgen.
In het huis heerste grootvader, vaak gebogen over de beursberichten. Een zwijgzame man met een zakelijk verleden en hij was bezitter van een stuk land in de suikerstreek dat hij verpachtte. Er kwamen dagelijks heren bij hem, de notaris, een paardenhandelaar, het blokhoofd van de Bescherming Bevolking en de Kolonel, een Poolse bevrijder. In de familie was grootvader geen prater maar met de kolonel werden serieuze gesprekken gevoerd, gesprekken die veelal over de oorlog gaan. En dan is er Rini van Look. Hij heeft ook veel meegemaakt in de oorlog. Adriaan mocht hem graag. Van Rini van Look krijgt Adriaan bijles.
Adriaan gaat regelmatig in huis op zoektocht en vindt een verborgen oude kast. Daarin ontdekt hij dat zijn verrekijker van Jan Maresch is geweest en niet zomaar een merknaam is. Hij was in de oorlog een onderduiker geweest. Deze Jan Maresch bleek bevriend geweest te zijn met Ommie.
Ommie heeft al langere tijd last van vermoeidheid, hoesten en benauwdheid. Ze belandt daardoor plotseling in het ziekenhuis waar blijkt dat ze iets aan haar longen heeft. Grootvader neemt daarom contact op met de moeder van Adriaan of ze hem weer kan komen halen. Adriaan keert uiteindelijk terug naar het huis van zijn moeder en gaat op bezoek bij zijn vader die inmiddels tijdelijk in het gesticht is opgenomen.
Na twaalf weken keert Ommie terug uit het ziekenhuis “Gehavend en gebroken, maar ze leeft.” Ze realiseert zich dat ze in feite leefde aan twee kanten, jong met haar geleende kind en oud met een veeleisende brombeer. “Verscheurd”…
Ze zal later nog een bezoek brengen aan Duindorp, waar Adriaan samen met zijn moeder en drie zussen woont. Ze neemt twee fotoalbums mee waar zijn moeder en zussen vol bewondering naar kijken. En Adriaan is blij als Ommie hem een zilveren servetring geeft met zijn naam erop, een waardevol cadeau van zijn grootvader. Ommie leeft daarna nog tien jaren maar overlijdt uiteindelijk aan haar longziekte. Toch is er op de begrafenis weinig aandacht voor Ommie's leven – terwijl zij juist toch de vrouw was die iedereen samenbracht.
De volwassen Adriaan denkt vaak terug aan zijn jeugd en de rol die Ommie daarin speelde. Hij leest soms de documenten en brieven die hij van haar heeft bewaard en zit dan peinzend op een bankje in het park. Ommie heeft een blijvende indruk op hem gemaakt. Hij ziet hoe de wereld is veranderd maar toch: “Hoe meer ik negen word en terugstap in de tijd , hoe meer verleden ik in het heden vind”.

Van Dis schrijft met veel passie en inlevingsvermogen over zijn jeugd. Hij is niet bang om zijn kwetsbaarheid en zijn worstelingen te delen met de lezer en heeft een meeslepende schrijfstijl, die je meeneemt in zijn wereld. Dat is het resultaat van zijn kunstzinnige taal, die altijd aansluit bij zijn gevoel. De negenjarige Adriaan wordt geïnspireerd door de verhalen die hij hoort over de oorlog en tegelijkertijd heeft hij gezellige en intieme momenten met Ommie. Daarin voel je alles met hem mee.
Volgens A. Roland Holst:
“Diep woelt in hen 't onzegbare verlangen
naar zachtheid, warm omhelzen en de lange
strelingen van een vrouw die spraakloos mint...”

Reageer op deze recensie

Meer recensies van fredwierenga