Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

De macht in Sharakhai verschuift

Kim Schreurs 29 augustus 2019
Na het veelbelovende eerste deel in de zesdelige serie Het Lied van het Gebroken Zand gaat het verhaal van Çeda en de twaalf koningen van Sharakhai verder in boek twee, Bloed op het zand. Çeda is geïnfiltreerd in het Maagdenhuis en voert samen met de andere Klingmaagden missies uit voor de koningen, terwijl ze ondertussen probeert meer te weten te komen over haar eeuwenoude vijanden die nauwelijks verzwakt lijken door het verlies van Azad en Külașan. Door de gebeurtenissen tijdens Beth Zha’ir is er echter meer veranderd dan de inwoners van Sharakhai kunnen vermoeden. De strijd tussen de koningen en de Maanloze Horde wordt steeds grimmiger en met de wederopstanding van bloedmagiër Hamzakiir is er een gevaarlijke nieuwe speler opgestaan met wie rekening gehouden moet worden. Terwijl de macht in de woestijnstad langzaam verschuift, wordt Çeda geconfronteerd met de pijn van de asirim, wier ware identiteit ze nu kent, maar voor wie ze niets lijkt te kunnen doen als ze niet wil prijsgeven wie ze echt is en wat de werkelijke reden is voor haar verblijf in het Maagdenhuis.

Als je De twaalf koningen van Sharakhai alweer een hele tijd geleden gelezen hebt, kost het wat tijd om dit vervolg te komen. Dat ligt zeker niet aan gebrek aan actie in het eerste hoofdstuk – met een transformatie, een moordaanslag en een vlucht kun je niet zeggen dat er weinig gebeurt – maar heeft wel te maken met het feit dat de boeken niet direct op elkaar aansluiten. Aan het begin van dit tweede deel verblijft Çeda alweer een tijdje in het Maagdenhuis terwijl ze stiekem meer informatie over de koningen inwint en ze pogingen doet hen te doden. Ondertussen raakt Emre steeds verder betrokken bij de Maanloze Horde en proberen Ramahd en Meryam Hamzakiir te breken. Interessante situaties, maar doordat er redelijk wat tijd verstreken is, duurt het even voor je weer overzicht hebt en je echt van het verhaal kunt gaan genieten.
Het helpt hierbij niet dat de wereld van Sharakhai behoorlijk uitgebreid is en er veel namen in het boek voorkomen, zowel van personages als van stammen en koninkrijken. Bradley P. Beaulieu brengt bepaalde dingen subtiel opnieuw onder de aandacht, maar er is zo veel gebeurd dat het onmogelijk is je alles te herinneren. Het komt het boek niet ten goede dat het lastig te onthouden is hoe de dertien koningen heten, wat hun gave is en welke cryptische versregels bij wie horen. Slechts vier of vijf van hen blijven je echt bij, en daarvan weten enkel Ihsan, Sehid-Alaz en ‘Azad’ – die eigenlijk niet eens echt telt – zich door hun aparte positie te onderscheiden. Dat je de koningen hierdoor soms als één grote groep gaat zien doet geen recht aan de complexe relaties tussen de heersers en aan de spelletjes die ieder speelt. De grotere rol van de asirim gaat ten koste van de zo fascinerende Onzalige Verzen, waardoor de koningen nog verder op de achtergrond raken.

Het is ook wel weer wennen aan de wereld van Sharakhai, waar er andere planeten aan de hemel staan en waar ‘zeilen’ helemaal niets met water te maken heeft, wat best even verwarrend is als een personages vlak voor een tocht nog lekker gezwommen heeft. Doordat het boek zich grotendeels in Sharakhai en de woestijn afspeelt wordt het echter al snel vanzelfsprekend dat de schepen over het zand varen. In dit deel wordt de Grote Shangazi verder verkend. De lezer komt meer te weten over wat er allemaal gebeurt in de enorme woestijn die grenst aan het bruisende en overbevolkte Sharakhai, en dat is meer dan je zou denken. Op deze uitgestrekte vlakte wanen mensen zich duidelijk al snel alleen en dat zorgt voor fascinerende situaties.

Zonder dat Çeda minder belangrijk wordt, komt er meer ruimte voor andere personages die ervoor zorgen dat je een beter overzicht krijgt door hun verhaal te delen. Emre, Ihsan en Ramahd en Meryam krijgen een grotere rol en hun perspectief wordt aangevuld met dat van Davud. Dat is soms even doorbijten, want niet elke verhaallijn is even interessant. Beaulieu duikt daarnaast verder het verleden in met de fragmenten waarin Çeda nog jonger is dan in de terugblikken in het vorige deel. Pas tegen het eind wordt duidelijk welk doel deze dienden, als er interessante dingen onthuld worden. Hoewel het enigszins cliché is dat Çeda niet alleen het kind is van een van de koningen maar ook verwant blijkt te zijn aan een ander belangrijk persoon, vergeef je dat Beaulieu meteen omdat het de verhoudingen op scherp zet.

Beaulieu heeft met Bloed op het zand een nog dikkere pil afgeleverd dan de vorige keer. Toch voelt het verhaal nooit onnodig lang. De interessante gebeurtenissen houden de aandacht moeiteloos vast en het is fijn dat er veel tijd wordt genomen voor het verhaal, waardoor veranderingen zich langzaam kunnen voltrekken en langer blijven nasudderen. Het aan het wankelen brengen van de gevestigde orde kost immers ook eerder maanden dan dagen. Als er dan eens heel veel tegelijkertijd gebeurt, zoals aan het eind van het boek, dan heeft dat meer impact. Bloed op het zand stelt niet teleur en krijgt een zinderende climax vol actie en geweld waarmee recht wordt gedaan aan de titel.
Zo sprankelend als De twaalf koningen van Sharakhai is dit tweede deel niet, maar je onderdompelen in de wereld van Sharakhai staat nog steeds garant voor heel wat uren genieten. Lang na het lezen van de laatste zin blijf je je afvragen wat de gebeurtenissen aan het eind voor consequenties zullen hebben.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Kim Schreurs

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.