Vernieuwd debuut

Na vier boeken waarvan Het Voorseizoen de Gouden Boekenuil won schrijft David Pefko nu een boek dat eigenlijk als zijn debuut had kunnen gelden als de omstandigheden in zijn leven normaler waren geweest. Het zet alle voorgaande boeken in perspectief.

Het opgroeien in een Joods gezin in het chique Amsterdam Oud-Zuid, waar van oudsher een grote Joodse gemeenschap leefde. Dat vele van hen beroofd en berooid uit de oorlog kwamen, als ze al terug keerden, wordt en passant benoemd. De auteur legt niets uit wat geen uitleg nodig heeft.

Wat het in de praktijk betekent om in armoede op te groeien in een rijke buurt beschrijft hij in een tragisch komische stijl, langs mild hilarische scènes en bijna archaïsch taalgebruik. Een stijl die hij inmiddels tot in de finesses beheerst.

In tegenstelling tot ‘Het Voorseizoen’ en vooral ‘Daar komen de Vliegen’ durft hij het nu eenvoudig te houden en dicht bij zichzelf te blijven. Geen fictieve personages meer en waar hij die wel inzet zijn ze geloofwaardig en onderdeel van een groter verhaal. Dat is een ontwikkeling die, na alle voorgaande successen, van moed getuigt en van groot talent.

Gaf Grünberg woorden aan de tweede generatie oorlogsslachtoffer problematiek, David Pefko beschrijft de derde generatie met verve en laat ons lachen om de menselijke conditie in het algemeen en is in staat om in het ontroostbare schoonheid te zien.