Een mooi liefdesverhaal in oorlogstijd.

Het verhaal speelt zich af in de VS tijdens WOII. Brenda, een wispelturige jonge organiste, leert de jonge wiskundige Charlie kennen in de muziekwinkel van haar ouders. Er ontstaat een zeer langzame, soms moeilijke relatie tussen hen beiden. Dankzij de tussenkomst van oom John, de heer Simmons, wordt Charlie niet ingezet als soldaat maar moet hij allerlei berekeningen doen in verband met verbuigingen en valsnelheid. Over het doel van dit project blijft hij, en ook zijn collega's, volledig in het ongewisse. Charlie moet zeer hard en lang werken maar is toch blij dat hij niet naar de oorlog moet en dicht bij Brenda kan blijven.
Tot hij wordt overgeplaatst naar Los Alamos waar hij, aangemoedigd door Brenda, specialist wordt in het solderen van verbindingen. Pas zeer laat komt hij tot het besef dat hij heeft meegewerkt aan iets onomkeerbaar: de ontwikkeling van de atoombom. Zijn wereld stort volledig in. Brenda, eindelijk een beetje meer volwassener geworden, sleept hem door deze moeilijke periode. Uiteindelijk vinden ze hun geluk in het bouwen en verkopen van orgels.

In tegenstelling wat er op de kaft van het boek vermeld staat, is het boek een flauw aftreksel van wat er zich werkelijk heeft afgespeeld tijdens het Manhattan project. Pas in het nawoord kom je te weten in hoeverre de roman strookt met de werkelijkheid.
Het is vooral een mooi liefdesverhaal tussen twee jonge mensen in oorlogstijd.
Het boek leest wel vlot. Het zijn korte hoofdstukken, afwisselend verteld vanuit het perspectief van Brenda en Charlie. Daaruit merk je wel dat beiden in een totaal andere wereld leven.
Het boek heeft me wel aangezet om meer info te zoeken over het Manhattan project en de gevolgen van de atoombom op Hiroshima.