Lezersrecensie
Volg de lijn van uw wezen
Na zijn debuut ‘Marcel’ schreef Erwin Mortier ‘Mijn tweede huid’, beide zijn autobiografische verhalen. Hoofdpersoon is Anton, een man van bijna 40 die terugblikt op zijn jeugd. Hoe heeft hij zich in de loop van de tijd ontwikkeld tot wie hij is? Volwassen worden is voor hem een groeiproces om te genezen van zijn zwakke zelf.
Anton woont als peuter op een boerderij in Stuyvenberghe, aan het kanaal naar Brugge. Zijn familie woont er al generaties. Zijn wereld is klein, hij voelt zich veilig in de regelmaat van zijn dagen. Als enig kind koestert hij zich in de liefde van zijn ouders en familie. Soms gaat hij op onderzoek uit in de kamers van het huis.
Aan zijn vredige leventje komt een eind als oom Michel sterft terwijl Anton bij hem op schoot zit. Er komt een invasie van familie op gang, zijn oudere neefje Roland is er ook. Zonder aarzelen verkent hij het huis en gaat de kamer van Anton binnen. Roland trekt zijn neefje in bed aan zijn neus omhoog en laat pas los als zijn moeder hem roept. Roland lacht Anton aan tafel uit als hij de po in zijn kinderstoel gebruikt en trekt hem later mee naar de kamer waar Michel ligt opgebaard. Anton denkt dat zijn oom slaapt, al reageert hij niet op zijn geroep en heeft hij koude handen. Tijdens de begrafenis verveelt Anton zich.
De wereld is veranderd als Anton bijna 12 is. Er is een brug over het kanaal en de auto’s razen aan de horizon. Roland komt bij hen in huis omdat zijn moeder in de psychiatrie is opgenomen. Roland is een stoere jongen: hij zit bij de mannen aan de toog en praat met Antons vader over sport als ze tv-kijken. Hij krijgt er zelfs een biertje bij! Roland went snel in het dorp. Hij leert via Anton Roswita in het kerkkoor kennen en via haar vader kan hij voetballen. Als ze samen naar school gaan, kan Anton hem met moeite bijhouden.
Anton voelt zich opgesloten en verveeld op de middelbare school, maar hij ontmoet de zittenblijver Willem en voelt zich tot hem aangetrokken. Op een woensdagmiddag stoeien ze, Willem pakt hem bij zijn heupen en ze belanden op bed. Ze zijn later te veel samen, krijgen op school een waarschuwing en komen na de zomervakantie in een andere klas. Zonder Willem verveelt Anton zich een ongeluk. Soms verlangt hij naar zijn zorgeloze kindertijd. Gelukkig is de winter streng en hebben ze langer vakantie. Anton kan schaatsen met Willem en bij Roland slapen tegen de kou.
Ze willen in Gent studeren, Anton geschiedenis en Willem geneeskunde. Als Anton zijn kamer inricht, krijgt hij telefoon. Willem heeft een verkeersongeluk gehad. De volgende dag bezoekt Anton bezoekt het mortuarium. Hij ziet zijn vriend met zijn verbonden handen, opgebonden kin en bepoederde wangen. Anton kust zijn koude voorhoofd. Thuis treft zijn vader hem in de badkamer aan. Hij vindt dat Anton zich niet goed heeft geschoren, doet het over en zegt: ‘Gewoon meegaan met de stroom. De lijn van uw wezen volgen. Dan zult ge u niet rap snijden’.
Anton is mager, gevoelig en lang kinderlijk. Hij heeft daarom behoefte aan een tweede huid. Anton vindt zo’n beschermlaag in het verleden en koestert zijn herinneringen. Zijn tweede huid bestaat daarnaast uit zijn verlangen naar een beter of sterker ik en daaruit komt zijn homoseksualiteit voort. De intimiteit met zijn vader, de brutaliteit van Roland en zijn acceptatie door Willem zijn de weefsels in zijn volwassenwording.
Intimiteit typeert de relatie met zijn vader. Als zij samen zijn, is een tweede huid niet nodig, vandaar dat hij toekijkt als zijn vader zich scheert en zich ook door hem laat scheren. Zijn vader geeft hem aandacht, terwijl zijn moeder altijd haast heeft. Op haar laat hij een steeds geraffineerder terreur los. Roland is een stoere jongen die boert en dieren doodt. Anton bekijkt Roland als hij naakt is, raakt in trance van zijn sportzweet en hoort hem ’s nachts. Hij bewondert hem en probeert zich te handhaven. Willem is net als Anton een buitenbeentje, maar zit er niet mee. Hij accepteert hem zoals hij is en Anton koestert zich in hun liefde.
Als psychologische roman vertelt ‘Mijn tweede huid’ over de coming of age van een tengere en timide jongen. Mortier schrijft een atmosferisch verhaal vol beelden, herinneringen en sensaties die een authentieke indruk maken. Sommigen zullen zijn stijl gekunsteld vinden, anderen poëtisch. Mortier’s stijl is even persoonlijk als de herinneringen die hij verwoordt.
De roman beschrijft een cyclus, begint en eindigt met een sterfgeval en een scheerbeurt. In de tussentijd heeft Anton alles verloren: zijn dierbare oom is gestorven, zijn geliefde is dood, zijn ouders zijn verhuisd uit de boerderij. Het verleden is verdwenen en alleen bewaard op een paar foto’s.
Hoe zou het verder zijn gegaan met Anton? Misschien was zijn tweede huid sterk genoeg en is hij de lijn van zijn wezen blijven volgen. Misschien kwam hij zelfs tot de ontdekking dat literatuur de ideale tweede huid is, een glinsterend pantser.
Anton woont als peuter op een boerderij in Stuyvenberghe, aan het kanaal naar Brugge. Zijn familie woont er al generaties. Zijn wereld is klein, hij voelt zich veilig in de regelmaat van zijn dagen. Als enig kind koestert hij zich in de liefde van zijn ouders en familie. Soms gaat hij op onderzoek uit in de kamers van het huis.
Aan zijn vredige leventje komt een eind als oom Michel sterft terwijl Anton bij hem op schoot zit. Er komt een invasie van familie op gang, zijn oudere neefje Roland is er ook. Zonder aarzelen verkent hij het huis en gaat de kamer van Anton binnen. Roland trekt zijn neefje in bed aan zijn neus omhoog en laat pas los als zijn moeder hem roept. Roland lacht Anton aan tafel uit als hij de po in zijn kinderstoel gebruikt en trekt hem later mee naar de kamer waar Michel ligt opgebaard. Anton denkt dat zijn oom slaapt, al reageert hij niet op zijn geroep en heeft hij koude handen. Tijdens de begrafenis verveelt Anton zich.
De wereld is veranderd als Anton bijna 12 is. Er is een brug over het kanaal en de auto’s razen aan de horizon. Roland komt bij hen in huis omdat zijn moeder in de psychiatrie is opgenomen. Roland is een stoere jongen: hij zit bij de mannen aan de toog en praat met Antons vader over sport als ze tv-kijken. Hij krijgt er zelfs een biertje bij! Roland went snel in het dorp. Hij leert via Anton Roswita in het kerkkoor kennen en via haar vader kan hij voetballen. Als ze samen naar school gaan, kan Anton hem met moeite bijhouden.
Anton voelt zich opgesloten en verveeld op de middelbare school, maar hij ontmoet de zittenblijver Willem en voelt zich tot hem aangetrokken. Op een woensdagmiddag stoeien ze, Willem pakt hem bij zijn heupen en ze belanden op bed. Ze zijn later te veel samen, krijgen op school een waarschuwing en komen na de zomervakantie in een andere klas. Zonder Willem verveelt Anton zich een ongeluk. Soms verlangt hij naar zijn zorgeloze kindertijd. Gelukkig is de winter streng en hebben ze langer vakantie. Anton kan schaatsen met Willem en bij Roland slapen tegen de kou.
Ze willen in Gent studeren, Anton geschiedenis en Willem geneeskunde. Als Anton zijn kamer inricht, krijgt hij telefoon. Willem heeft een verkeersongeluk gehad. De volgende dag bezoekt Anton bezoekt het mortuarium. Hij ziet zijn vriend met zijn verbonden handen, opgebonden kin en bepoederde wangen. Anton kust zijn koude voorhoofd. Thuis treft zijn vader hem in de badkamer aan. Hij vindt dat Anton zich niet goed heeft geschoren, doet het over en zegt: ‘Gewoon meegaan met de stroom. De lijn van uw wezen volgen. Dan zult ge u niet rap snijden’.
Anton is mager, gevoelig en lang kinderlijk. Hij heeft daarom behoefte aan een tweede huid. Anton vindt zo’n beschermlaag in het verleden en koestert zijn herinneringen. Zijn tweede huid bestaat daarnaast uit zijn verlangen naar een beter of sterker ik en daaruit komt zijn homoseksualiteit voort. De intimiteit met zijn vader, de brutaliteit van Roland en zijn acceptatie door Willem zijn de weefsels in zijn volwassenwording.
Intimiteit typeert de relatie met zijn vader. Als zij samen zijn, is een tweede huid niet nodig, vandaar dat hij toekijkt als zijn vader zich scheert en zich ook door hem laat scheren. Zijn vader geeft hem aandacht, terwijl zijn moeder altijd haast heeft. Op haar laat hij een steeds geraffineerder terreur los. Roland is een stoere jongen die boert en dieren doodt. Anton bekijkt Roland als hij naakt is, raakt in trance van zijn sportzweet en hoort hem ’s nachts. Hij bewondert hem en probeert zich te handhaven. Willem is net als Anton een buitenbeentje, maar zit er niet mee. Hij accepteert hem zoals hij is en Anton koestert zich in hun liefde.
Als psychologische roman vertelt ‘Mijn tweede huid’ over de coming of age van een tengere en timide jongen. Mortier schrijft een atmosferisch verhaal vol beelden, herinneringen en sensaties die een authentieke indruk maken. Sommigen zullen zijn stijl gekunsteld vinden, anderen poëtisch. Mortier’s stijl is even persoonlijk als de herinneringen die hij verwoordt.
De roman beschrijft een cyclus, begint en eindigt met een sterfgeval en een scheerbeurt. In de tussentijd heeft Anton alles verloren: zijn dierbare oom is gestorven, zijn geliefde is dood, zijn ouders zijn verhuisd uit de boerderij. Het verleden is verdwenen en alleen bewaard op een paar foto’s.
Hoe zou het verder zijn gegaan met Anton? Misschien was zijn tweede huid sterk genoeg en is hij de lijn van zijn wezen blijven volgen. Misschien kwam hij zelfs tot de ontdekking dat literatuur de ideale tweede huid is, een glinsterend pantser.
2
Reageer op deze recensie