Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Hebban recensie

Familiegeschiedenis komt bladzijden tekort

Jan M. Jorna 29 september 2014

Jeroen Thijssen heeft met zijn roman Solitude aan zijn eigen wens voldaan om in zijn schrijversbestaan minimaal één boek aan Nederlands-Indië te wijden. De flora, fauna, oorlogen, expedities; dit alles had als kind een enorme aantrekkingskracht op de auteur en deed hem besluiten deze afspraak met zichzelf te maken.

Hoewel Thijssen ook een zeer gewaardeerde reisgids (De ronde van Gallië, 2010) op zijn naam heeft staan, heeft hij voor zijn verhaal over Nederlands-Indië voor de romanvorm gekozen. Het verhaal van Solitude beslaat circa 86 jaar waarin de lezer zowel de geschiedenis van de familie Bramme volgt als die van Nederlands-Indië. Terwijl de groei en val van Nederlands-Indië goed uit de verf komen, blijft de familiegeschiedenis hierin achter.

Het verhaal begint in 1979 als de jongste nazaten Robert en Frank hun verplichte bezoek aan hun opa Simon afleggen. Opa Simon woont in een verzorgingstehuis en de jongens hebben slecht nieuws voor hun grootvader: het oude huis moet worden ontruimd. In dozen vinden ze daar dagboeken, brieven en andere documentatie uit de tijd dat hun voorvaderen in Indonesië waren. Frank besluit dit materiaal te gebruiken om een boek over hun familie te schrijven. Dat deze familiegeschiedenis interessant wordt is dan al duidelijk; Frank en Robert blijken door opa te zijn opgevoed, het hoe en waarom blijft in het midden en opa kreeg toen ze jong waren af en toe bezoek van mensen: “klein, donker, met een waas van ontheemding dat hun nog exotischer maakte, als waterlelies in een grasveld.”

Vervolgens wordt de lezer mee teruggenomen naar 1894 waar kennis wordt gemaakt met Theo en Hendrik Bramme. Zij nemen dienst bij het Koloniaal Werfdepot, waar ze worden opgeleid tot Indischgasten. Ze doen mee aan de belegering van Tjakra Negara en de beroving van het paleis van Soesoehoenan. Dit deel eindigt in 1900, wanneer de broers uit dienst zijn en zich hebben gesetteld als planter op Solitude (Hendrik) en als journalist (Theo). Ook in dit deel van de roman strooit de schrijver met suggestieve zinsneden waardoor het boek op dat moment geen bladzijde verveelt: Nog geen 8 weken geleden, haast onvoorstelbaar lang, hadden ze hier ook gelopen, met aarzelende stappen, vastbesloten om aan hun lot te ontkomen maar bevreesd voor wat het zou brengen.”

De keuze om het vervolg van de familiegeschiedenis in Nederlands-Indië vanuit het oogpunt van de jonge Simon te beschrijven, is geen gelukkige. Het boek verwordt tot een ‘coming-of-age’ roman waarin we Simon volgen in zijn geestelijke en fysieke groei. Natuurlijk zie je vanuit dit perspectief ook de groei en ontwikkeling van de Nederlands-Indische maatschappij, maar het personage Simon gaat niet bij je leven.

Aan het slot van dit deel, het is inmiddels 1919, zijn een aantal openstaande kwesties opgelost, maar er zijn nog genoeg gaten die gedicht kunnen worden. Teleurstellend is het dan ook als blijkt dat de laatste periode van de familie in Indië verteld wordt door een, dat dan weer wel, nauw betrokken inlander. Op deze manier worden de nog openstaande kwesties wel heel snel gestopt, terwijl de beschreven belevenissen een beter lot hadden verdiend. Zelfs de onthulling van het grootste geheim in de laatste alinea kan dit gevoel niet wegnemen.

Als lezer krijg je prachtige, beeldende beschrijvingen te lezen van de landschappen, het leven op een plantage en van het leven in Nederlands-Indië in het algemeen. De keuze om hieraan een familiegeschiedenis te koppelen die niet alle ruimte krijgt, is jammer.  

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Jan M. Jorna

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.