Recensie: De plotters van Un Su Kim is onvoorspelbaar, grappig, gelaagd en ‘noir’
De Auteur
De Zuid Koreaanse schrijver Un-su Kim( 1972) studeerde Koreaanse literatuur aan de Kyung Hee Universiteit. In 2002 zette hij zijn eerste schreden op het schrijverspad met zijn korte verhaal ‘Easy Writing Lessons’. Daarna volgden meerdere verhalen en met zijn in 2006 verschenen eerste roman The Cabinet won hij een prijs. Zijn literaire thriller The Plotters werd in 2017 in het Frans en in 2019 in het Engels vertaald. In februari van dit jaar verscheen de Nederlandse uitgave. De filmrechten zijn verkocht en het gerucht gaat dat Hur Jin Jo de film zal regisseren.
In 2016 verscheen Hot Blood, een thriller met autobiografische trekjes waarmee hij de Hahn Moo-Sook Literary Prize won. Afgelopen januari verscheen de Franse vertaling en het boek wordt momenteel verfilmd. Of er een Nederlandse versie verschijnt is onbekend.
De personages uit de boeken van de schrijver zijn vaak eenzaam. Volgens de auteur is eenzaamheid de aard van de menselijke natuur. Het komt voort uit het idee dat mensen denken dat zij de enige zijn die gekwetst worden in het leven. Kunst is een spreekbuis voor en een wijze om de eenzaamheid van anderen te herkennen en daardoor de pijnlijkheid ervan te temperen.
Daarom bevolkt hij zijn verhalen met dramatische en buitenissige karakters.
Kim schreef De Plotters uit woede over de gang van zaken in zijn land. Hij vertelt dat Zuid Korea lang overheerst werd door Japan en daarna leed onder een militaire dictatuur. De mensen die vochten voor democratie en onafhankelijkheid zijn echter nooit aan de macht gekomen. Het land wordt geleid door mensen die het kolonialisme en onderdrukking steunen. Hij trekt een vergelijking met de idealistische en heroïsche Achilles die zo makkelijk te doden is door Prins Paris. ’Schoonheid sterft zo gemakkelijk’ aldus Kim. Hij is teleurgesteld want het kapitalisme is geen redding gebleken.
De Plotters is naar het Engels vertaald door de Koreaans-Amerikaanse Sora Kim-Russel die ook bekend is vanwege haar vertaling van The Hole van Hye-young Pyun dat de Shirley Jackson Award won en een groot internationaal succes was. Hierdoor raakten internationale uitgevers geïnteresseerd in Zuid Koreaans schrijftalent en zo werd The plotters de volgende Koreaanse topper. De Nederlandse Valerie Janssen vertaalde de Engelse versie naar het Nederlands en een ding is zeker: ze maakte er iets heel moois van.
De Cover
De voorkant toont een witte chrysant tegen een zwarte achtergrond. Vele bloedspatten bedekken het zwart en het wit. Het suggereert een tegenstelling die blijkbaar alleen met bloed en geweld gepaard kan gaan. Een chrysant staat in Azië symbool voor geluk en gezondheid. De kleur wit is die van de onschuld. Het zwart en het bloed lijken de chrysant en de daarmee de bijbehorende idealen te bezoedelen. De verwijzing naar het citaat van DB John ‘Kill Bill meets Murakami bevestigt de suggestie van veel geweld. De verwijzing naar Murakami schept verwachtingen van bizarre en absurde elementen.
De achterflap belooft een gewelddadige actie thriller die tegelijk een parabel, een fabel van goed en kwaad is.
Het belooft een interessant boek te zijn en de nieuwsgierigheid is ten volle gewekt.
De recensie
De Plotters van Un-su Kim is ondanks het vele geweld geen pure actiethriller. Het is een veelzijdige thriller ‘noir’ met bizarre gebeurtenissen en dialogen, een vleugje zwartgallige en absurde humor gelardeerd met filosofische beschouwingen en een deprimerende boodschap.
‘Uiteindelijk kan niemand van ons de plek verlaten die we het best kennen, hoe smerig en walgelijk het er ook is. We gaan terug naar onze vuile afkomst omdat dat vuil is dat we kennen’
Reseng is geboren in een afvalcontainer voor een nonnenklooster. Na een verblijf van vier jaar in het klooster adopteert Oude Wasbeer hem. Deze is de leider van een moordenaarssyndicaat en zijn hoofdkwartier is een bibliotheek vol boeken. Reseng groeit op omringd door criminelen uit de onderwereld en boeken die niemand ooit las. Hij is voorbestemd om als huurmoordenaar in zijn levensonderhoud te voorzien. Gehoorzaamheid aan de plotters is een vereiste want het niet opvolgen van de instructies leidt tot de dood. En dan gebeurt het onvermijdelijke….hij breekt de regels en de hel barst los.
‘Smerig, ranzig, ellendig en weerzinwekkend. Dat was de vleesmarkt. Zinloze compassie en droefheid, almaar toenemende apathie en opgekropte woede die nergens naar toe kon, zwierden in het rond als dode bladeren aan het eind van de herfst tot ze spontaan tot ontploffing kwamen.'
Het gewelddadige leven in de onderwereld neemt weliswaar veel ruimte in maar is ondanks de gedetailleerde beschrijvingen minder schokkend dan verwacht. Dat ligt zowel aan het mooie taalgebruik als aan de innerlijke filosofische beschouwingen van Reseng. Geweld is iets alledaags, het maakt weinig indruk en moorden plegen is gewoon een baan. Niets meer en niets minder. Bovendien is Reseng een eenzelvig en belezen man die tussendoor graag wat Russische literatuur leest tegen de verveling. Deze tegenstelling verheft het geweld haast tot een kunst in plaats van een platvloerse aangelegenheid.
Blij wordt Reseng (zijn naam betekent ‘volgend leven’) niet door zijn gelees. Daar had Oude Wasbeer hem al voor gewaarschuwd toen hij nog een jongetje was en betrapt werd op zijn leesvaardigheid. Het zou leiden tot schaamte en angst. En het duurt niet lang voordat Reseng die vol overgave de Homerus leest zijn eerste angstervaring beleeft. Wanneer zijn held Achilles vermoord wordt door die lafaard Paris is hij angstig en diepbedroefd. De boodschap komt binnen: schoonheid en idealen zijn kwetsbaar. De lafaards bepalen het lot van de wereld.
En hoewel hij zich identificeert met Achilles verwordt hij tot een Paris die mensen besluipt en vermoord. En toch knaagt er iets….kan hij toch ontsnappen aan zijn bestemming?
Ontsnappen aan je afkomst is een terugkerend thema in deze roman. Zo is er een parabel over een ijsbeer die het verschrikkelijk vindt dat de plaats waar hij geboren is bepaalt wie hij is. Hij probeert naar Californië te komen maar de ijsschots smelt en hij beseft dat hij de Noordpool nooit kan verlaten. Evenzo het verhaal over de walvisjager die zwoer geen walvissen meer te doden maar het toch deed omdat hij geen andere beroepsvaardigheden had. Zelfs wanneer het wel mogelijk is om te kiezen voor een ander leven met meer schoonheid en liefde, blijkt de keus voor het oude en bekende eerder voor de hand te liggen.
‘Het was er zo smerig dat hij bijna het gejuich kon horen van miljoenen bacteriën die dachten dat ze in de hemel waren beland’
Gelukkig is er naast deze deprimerende levenshouding nog aardig wat zwartgallige humor te bespeuren. De dialogen zijn bij vlagen hilarisch en ook de metaforen weten gegrinnik te ontlokken. De gebeurtenissen en eigenaardigheden van de personages hebben regelmatig een bizar karakter die doen denken aan de boeken van Murakami. Zo leest Oude Wasbeer alleen encyclopedieën want daar staan alleen feitjes in. Die kunnen hem niet raken.
De wereld van de plotters is origineel en ze komt natuurlijk over. De schrijver ontvouwt op heldere wijze en gedetailleerd hoe het maatschappelijk systeem in elkaar zit. Zowel bedrijven als overheden en particulieren maken zich schuldig aan het elimineren van tegenstanders die op een of andere wijze een obstakel vormen. Ze benaderen plotters die als een soort makelaars de opdrachten aannemen en de moorden orkestreren. Het systeem is zelfs zo wijd verspreid dat ontevreden echtgenoten hun ega uit de weg laten ruimen. Een mensenleven betekent niets, het is een wegwerpartikel en niemand lijkt zich hiertegen te verzetten. Het is zoals het is, en het was er altijd al. De overgang van dictatuur naar democratie heeft geen verbetering gebracht. Het is een somber mensbeeld dat Kim hier schetst.
Ondanks die somberheid blijft De Plotters vanaf het begin tot eind boeiend. Het gelaagde verhaal is onvoorspelbaar, de dialogen zijn grappig en Kim’s mooie taalgebruik leidt tot mooie sfeertekeningen. En tot het eind blijft er de hoop, dat er toch iets in het systeem kan veranderen. Zou het?
4 sterren