A.C. Baantjer en zijn rechercheur De Cock (deel 3)
Na een periode van streekromans en niet wetende wat nu verder te gaan lezen zo aan het eind van dit jaar in een drukke feestperiode, ben ik even terug gegaan naar de Baantjers, lekkere luchtige kost. Inmiddels is de serie overgenomen door Peter Römer en zijn van zijn hand al enige boeken verschenen. Dus vond ik het tijd om weer eens verder te gaan in de Amsterdamse criminaliteit, met als doel om de vraag te beantwoorden of het Peter is gelukt om in de huid van Appie Baantjer te kruipen. Maar alvorens dat te kunnen beantwoorden, eerst nog wat échte Baantjers om er weer in te komen.
De boeken:
Deel 11: De Cock en de stervende wandelaar (1972)
Op een avond loopt er een man over het Damrak te zwalken; dienders in een voorbij rijdende auto zien hem en concluderen: stom dronken. Ze nemen hem mee en laten hem zijn roes uitslapen in een politiecel; echter de volgende morgen ligt hij dood op de vloer. Vledder, die parketdienst heeft, vertrouwt de zaak niet en haalt De Cock erbij. De man blijkt dmv gif om het leven gebracht te zijn, maar waar is dat gebeurd, en wie heeft het gedaan? Vledder wil wel eens bewijzen dat hij het best allemaal alleen aan kan en daarom krijgt hij de zaak toegewezen en gaat De Cock heerlijk vissen in Noord-Holland. Lukt het Vledder om de juiste moordenaar in de kraag te vatten of is het toch zelfdoding?
Deel 12: De Cock en het lijk aan de kerkmuur (1973)
Aan de voet van de Zuiderkerk zit een man, dood, zijn handen gevouwen op de borst. Een zwerver, of toch niet? Dan komt er een beeldschone jongedame zich melden op het politiebureau, die in de beschrijving in een kort berichtje in de krant haar oom herkent. Maar dan nog: hoe is De Baron, zoals deze man werd genoemd, om het leven gebracht en vooral: waarom?
In de boeken van Baantjer komen nogal eens Amsterdamse kerk voor:. De bekendste zijn:
De Zuiderkerk is de eerste voor de protestantse eredienst ontworpen kerk in Amsterdam. De kerk is gebouwd nabij de Sint Antoniesbreestraat.
De Oosterkerk (1671), is gelegen op de Oostelijke Eilanden en is gebouwd als Nederlands Hervormde Kerk.
De Westerkerk in Amsterdam is een kerk op de Westermarkt, aan de rand van de Jordaan. Van oorsprong Nederduits Gereformeerd.
De Noorderkerk aan de Noordermarkt in Amsterdam is gebouwd naar een ontwerp van Hendrick de Keyser.
Deel 13: De Cock en de dansende dood (1974)
De Cock slentert langs de trappen van het monument op de Dam en wordt *betoverd* door een lang, zwartharig meisje. Ze fascineerde hem, ze danst op blote voeten in een witte open blouse en een veelkleurige rok. Als De Cock doorloopt naar het bureau, volgt ze hem en bij het bureau vraagt ze hem te zorgen voor een mooie begrafenis voor haar vriendin. Ze gaan polshoogte nemen en vinden haar vriendin met ingeslagen schedel, en daarnaast vinden ze ook een baby in een doos in een kast. Alvorens het meisje te kunnen begraven, zullen ze eerst de moord op moeten lossen. Zoals gewoonlijk, geen al te makkelijke klus.
Deel 14: De Cock en de naakte juffer (1978)
In het voorwoord biedt Baantjer meteen al zijn excuses aan voor de vele doden in dit boek, echter: het is zijn 12e officiële De Cock met ceeooceekaa-boek en hij vond een dozijn doden in dit geval wel gepast. Het begint als De Cock een rouwkaart krijgt bezorgd op het bureau, met het verzoek de uitvaart bij te wonen. Geprikkeld door nieuwsgierigheid gaat De Cock met Vledder er heen en terug bij de auto zit er een kaartje onder de ruitenwisser. Wat is hier aan de hand? Dan komt zijn baas, Buitendam, met de opdracht het lopende onderzoek neer te leggen en een andere, ingewikkelde zaak van zijn collega’s over te nemen: er zijn inmiddels al negen lijken gevonden met uitgestoken ogen – het bestaande team weet geen enkele vordering te maken. De Cock – plichtsgetrouw als hij toch is – neemt de zaak op zich maar dan wél op zijn eigen-wijze manier.
Deel 15: De Cock en de broeders van de zachte dood (1979)
De Cock loopt te ijsberen op het bureau: er zijn twee lijken uit de gracht gevist, gearmd en met de handen in elkaar; volgens de lijkschouwer zelfdoding, in dit geval een dubbele zelfmoord. Onmogelijk! zegt De Cock, het is februari, het water is ijskoud – ook al wil je met z’n tweetjes jezelf van het leven beroven door in het water te springen, gearmd en hand in hand, dan zorgt de schrik van het koude water dat je elkaar los laat ! Het is tegen dovenmans oren gezegd, een sectie wordt geweigerd. De Cock krijgt bezoek van broeder Crispijn van het “Genootschap van de Broeders en de Zusters van de Heilige Zegeningen”. Hij vraagt toestemming om de slachtoffers te mogen cremeren, want “We hebben het leven van God in bruikleen, wij mogen daar zelf niet vrijelijk over beschikken”, of te wel wie zijn eigen leven zelf beëindigt behoort niet in gewijde grond van de Kerk begraven te worden. Het wordt een race tegen de klok, want na de crematie kan hij nergens meer op terugvallen; lukt het De Cock moord te bewijzen of moet hij zich bij de beslissing zelfdoding neerleggen?
Deel 16: De Cock en het dodelijk Akkoord (1980)
Jan-Willem Hoffmann wordt op straat door 3 kogels in het hart om het leven gebracht. Hij laat een vrouw en twee kinderen na. Deze vrouw is Josefien, de dochter van Handige Henkie, en natuurlijk vraagt hij zijn vriend De Cock om deze zaak op hem te nemen. Helaas is het een zaak voor een ander district, en De Cock kan en mag zich er niet mee bemoeien. Maar kan hij dat? De Cock kennende…
Deel 17: De Cock en de moord in seance (1981)
Het zal je gebeuren, je zit in een schemerige woonkamer rond een tafel voor een seance, samen met een aantal andere gasten, en een geest vertelt via het medium dat *Sjaan sterft*. Paniek in de tent, het grote licht gaat aan, en door middel van een kop koffie probeert de gastvrouw de rust terug te laten keren. Maar dan zakt iemand in elkaar en valt op de grond: dood. Aan rechercheur De Cock en zijn onvolprezen hulp Vledder om deze zaak op te lossen, echter Buitendam is hem voor en heeft al iemand gearresteerd en in de cel gegooid. Maar of dit de juiste dader is?
Deel 18: De Cock en de moord in extase (1982)
Een roofoverval met een buit van 3 miljoen (we spreken over 1982, toen 3 miljoen nog een hoop geld was), waarbij de chauffeur koelbloedig werd doodgeschoten. Met name door deze moord wordt De Cock erbij gehaald, die al snel één van de daders boven water haalt, maar gelijktijdig bereikt hem het bericht dat deze Richard dood is gevonden in een verlaten bos in Drenthe. Het wordt een zoektocht naar de leider van deze overval, maar als ook hij dood wordt gevonden in een kraakpand in de binnenstad van Amsterdam, zeg maar onder de neus van De Cock, reist de vraag: zitten ze wel op het juiste spoor ?
Deel 19: De Cock en de smekende dood (1982)
Op zondagochtend worden De Cock en Vledder van huis gehaald voor een dreigende ontvoering tijdens de doopplechtigheid van een baby; vooral Vledder sputtert nogal tegen. De doopplechtigheid verloopt mede dankzij alle voorzorgsmaatregelen vlekkeloos en zonder ontvoering, en kan iedereen opgelucht naar huis. Maar dan komt het telefoontje dat de grootvader is vermoord. Het gaat om Albert Cornelis Vanderbruggen, directeur van de IJsselsteinse Bank aan de Keizersgracht te Amsterdam. Moeder en kind zijn van de aardbodem verdwenen. Wat zit hier achter? Het pad van het onderzoek loopt langs callgirls, langs een officier van justitie en vooral langs Buitendam… en aan het eind blijkt dat niets was wat het leek…
Deel 20: De Cock en de ganzen van de dood (1983)
Een vreemde zaak dit keer. Zijn ganzen betere verdedigers dan waakhonden? De Cock wordt ontboden aan een huis aan de Amstel en als hij door de poort het terrein op wil lopen, wordt hij ontvangen door een horde wild kwakende, blazende en met de vleugels wapperende vijandige ganzen, zodat De Cock schrijlings terug naar de straat loopt en het hek weer sluit. Een dag later liggen de ganzen dood op de grond en gebiedt commissaris Buitenhuis deze *moord op de ganzen* op zich te nemen. De Cock steigert – zoals we van hem gewend zijn – want hij is bezig om de ontsnapte moordenaar Igor Stablinsky (die na een ontsnapping nog steeds vrij rond loopt) op te sporen. Maar: bevel is bevel, dus gaan de ganzen vóór Igor. Een foute keus, die De Cock bijna het leven kost…
Mbt deze boeken:
Inmiddels begint Baantjer (de auteur) in zijn vaste stijl te geraken die we van zijn boeken herkennen:
*Smalle Lowietje duikt *aalglad onder de toonbank* en haalt daar zijn fles cognac te voorschijn; hij pakt 3 bolle glazen, want *Lowietje drinkt er altijd een mee*.
*De Cock haalt het apparaatje, dat hij van Handige Henkie heeft gekregen te voorschijn, Vledder maakt er iedere keer een opmerking over dat ze hier nog eens door in de problemen komen
*De lijkschouwer loopt altijd in streepjespak, trekt zijn broekspijpen omhoog, knielt bij het lijk en zegt later laconiek: hij (of zij) is dood. Waarop de Cock zegt: dat begrepen we al.
*Buitendam spreekt geaffecteerd, en jaagt De Cock met trillende stem en met slanke hand wijzend zijn kamer uit met de woorden: Eruit, De Cock, eruit ! Hij gaat…
*En Vledder voelt zich vaak aan het eind van het verhaal een dombo: hij heeft alle informatie die De Cock ook heeft, maar toch lukt het hem niet om de juiste dader aan te wijzen, terwijl hij lopende het onderzoek altijd al iedereen voor dader heeft aangezien.
Opmerkelijk is ook dat de slachtoffers toch vaak van gegoede huizen komen en dure namen dragen, ondanks dat altijd weer ergens een link hebben met de wallen, en daar komen dan de meisjes van plezier in het verhaal.
Tot slot: de (jonge) vrouwen die De Cock voor zijn bureau ontvangt, zijn in zijn ogen nagenoeg altijd mooie vrouwen, waar hij even bij moet slikken, soms door wordt betoverd, totdat hij hun ware aard naar boven weet te halen. Zien we hier een stukje van de echte Baantjer?
Voetnoot: gevonden op internet
"zowel de schrijver als de romanfiguur De Cock waren een *liefhebber van vrouwelijk schoon*, als het even kon onder de dertig jaar oud. Maar tegelijkertijd bleven beiden decennialang bij hun eigen vrouw."
en dat merkt de lezer...
Maar goed, het blijft opmerkelijk hoe Baantjer voor ieder boek steeds weer een mooi verhaal en een ingewikkelde zaak weet op te dissen en uit te werken, ongetwijfeld puttend uit de jarenlange ervaring die hij had als rechercheur van de Amsterdamse Politie op bureau Warmoesstraat. Reken maar dat ze daar vreemde zaken en rare snuiters hebben gehad…
Wil je net als Vledder de zaak mee helpen oplossen, dan wel met aandacht lezen, anders is het leuke lichte ontspannende lectuur om bijv. een drukke dag mee af te sluiten.