De IJsselhoeve (4-luik) - Johan van Dorsten (streekroman IJsselstreek)
De IJsselhoeve (4luik) van Johan van Dorsten is een streekroman die zich afspeelt rond de IJsselstreek en bestaat uit de volgende delen:
I – Het meisje op de IJsselhoeve ( 2009)
II – Boerin op de IJsselhoeve (2010)
III – Een toekomst voor de IJsselhoeve (2011)
IV – Gods beminden van de IJsselhoeve (2012)
Deel 1: Het meisje op de IJsselhoeve
Het verhaal start rond 1929, een periode van financiële crisis na de ons bekende beurscrash, met de familie Van Losen. Zij hebben een klein (keuter)boerderijtje langs de IJssel met een paar koeien, wat grasland en een lapje bouwland. Het is vroeg opstaan, hard werken en ook de kinderen (dochter Willemien en dochter Annet) moeten zo jong als ze zijn al flink de handen uit de mouwen steken. Willemien is het Moederskindje en is goed in de huishoudelijke taken, Annet is meer Vaderskindje en is handig met het werk op de boerderij en vooral het melken van de koeien. Het leven is zwaar, en -zoals toen gebruikelijk- werd al snel de oudste dochter na haar schooltijd uitbesteed aan de IJsselhoeve van de familie Van der Wede, een grote stee aan de overkant van de IJssel, waar ze in dienst komt als *kleine meid* en op die manier brengt zij wat extra geld in. Maar dan krijgt moeder Antje een hersenbloeding, raakt volledig verlamt en heeft verzorging nodig, en daarom gaat Antje als jongste dienstertje bij de IJsselhoeve werken, zodat Willemien thuis moeder Antje kan verzorgen. Als moeder Antje opnieuw wordt getroffen door een hersenbloeding wordt duidelijk, dat zij naar een verpleeghuis moet, en blijft Willemien op de boerderij het huishouden doen. Annet vindt het heerlijk op de IJsselhoeve, en leert daar haar toekomstige man Albert van Pijken kennen, en na het overlijden van Moeder Antje nemen zij samen de ouderlijke boerderij over, met geen andere bedoeling dan groter te groeien. Maar wat valt dat tegen, de uitgaven zijn hoog, de inkomsten laag, en zo werken zij zich een slag in de rondte om de boel draaiende te houden, terwijl het jonge gezin zich uitbreidt met een dochter, Knelia..
Deel 2: Boerin op de IJsselhoeve
Het leven van Albert en Annet van Pijken loopt boven verwachting. Het boerengezin breidt zich in hoog tempo uit, eerst komt er een tweeling bij, daarna nog een dochter en tot slot weer een zoon, de jonge Albert. De veestapel van hun bedrijf wordt steeds groter en de opbrengst van de oogst is zoals gehoopt werd. Toch weten ze financieel amper het hoofd boven water te houden, en daarom schrijven ze in bij de Melkfabriek om dagelijks de melk op te gaan halen. En daar komt Annet haar goede inzichten van pas, want je gaat niet werken om er geld op toe te leggen. Dus eerst alle kosten en afschrijvingen bij elkaar, dan nog een loon erbij en dat wordt het bedrag van inschrijving. Albert blijkt uiteindelijk de enige te zijn die op de zwaarste rit heeft ingeschreven, en krijgt de rit toebedeeld: iedere ochtend en avond melk ophalen, in de zomer veel meer dan in de winter. Dat betekent dat de boerderij steeds meer op Annet haar schouders komt, en vindt een goede hulp in de boerendochter Geertje, die door haar handicap nog steeds niet aan de man is gekomen. Ook Geertje is een pientere dame, en samen weten ze uiteindelijk langzaam maar zeker te groeien naar iets wat groei inhoudt, betere koeien, meer melkopbrengst en iets betere financiën. Dan komt de boer van de IJsselhoeve, baas Van der Wede hun het aanbod doet om de IJsselhoeve over te nemen, nu hij de ouderlijke boerderij gaat overnemen. Albert en Annet zijn verguld van dit aanbod, en besluiten dit aan te nemen; aan het eind van dit deel verhuist het gehele zin met veestapel en personeel naar de IJsselhoeve, maar uiteindelijk is het nog steeds heel hard werken, veel rekenen en puzzelen om het financieel rond te krijgen. Langzaam aan krijgen ze meer aanzien, ze zijn keuterboertje af en zijn nu échte *boeren in de rij* geworden (Groot Boer).
Deel 3: Een toekomst voor de IJsselhoeve
10 mei 1940, de inval van Duitsland wat het begin van de 2e Wereldoorlog inluidt. In eerste instantie gaat het leven op de IJsselhoeve zijn gangetje, en gaat het de familie nog steeds voorspoedig. Langzaam aan beginnen de berichten over de oorlog ook de boerderij binnen te druppelen, en als dan de lapjeskoopman langs komt met een verzoek, dan ontstaat er enige tweespalt tussen Annet en Albert: Annet vindt het haar Christenplicht om te helpen, Albert is het daar - gezien de risico’s voor het gezin – niet mee eens. Toch besluiten ze te helpen en komt er een (Joods) echtpaar bij hun onderduiken. De oorlog duurt voort en de bezetting brengt veranderingen met zich mee, want van ieder product dat zij produceren moet er een deel worden afgestaan aan de bezetters, terwijl ze zelf voldoende moeten zien te produceren om gezin, personeel en onderduikers voldoende van voeding te kunnen blijven voorzien. Alhoewel Albert zich steeds beter voelt als invloedrijke grote boer, blijft Annet de drijvende kracht binnen de IJsselhoeve, waar ze een grote steun heeft aan haar vader. De oorlog duurt voort in Holland en vooral tijdens de hongerwinter komen er steeds meer mensen bij hun hoeve aan voor wat eten. Annet geeft met gulle hand, dankbaar omdat zij het nog steeds zo goed hebben. 5 mei 1945, de bevrijding – er wordt ook op de IJsselhoeve feest gevierd en langzaam aan beginnen met name de jongelui weer verder te kijken naar hun toekomst.
Deel 4: Gods beminden van de IJsselhoeve
We zijn aanbeland begin jaren 50, en begint Nederland er weer boven op te krabbelen, is er een begin van een industriële ontwikkeling en ontstaat de arbeidersbeweging. Oftewel: het wordt voor de boeren steeds moeilijker om personeel voor hun boerderij te vinden, want wie wil er nu van ’s morgens 5 uur tot ’s avonds 20 uur werken voor een hongerloontje als je op een fabriek kunt werken van 8 tot 17 uur en 3 x zoveel salaris kunt vangen? En zondags vrij. Kortom, ook al gaat het nog steeds goed op de IJsselhoeve, het is zaak om met de moderne ontwikkelingen mee te gaan, en Annet weet wat er moet gebeuren: een loopstal, een melkmachine, maar wat is daar een hoop geld mee gemoeid. Het duizelt Annet, maar toch waagt ze de sprong dmv een subsidie van het rijk en een lening van de bank. En inderdaad, het vertaalt zich in rendement, de boerderij groeit gestaag in aantal koeien, in hoeveelheid melk, tot er weer vanuit de overheid een rem op de melk wordt gezet; Annet rekent en regelt, en ze kopen een melk quotum, zodat ze weer door kunnen. Albert werk, de kinderen puberen en leren hun toekomstige partners kennen. Maar wie wil er uiteindelijk de boerderij overnemen? Er zijn 5 kinderen. En wie kán de boerderij overnemen, want zijn ze allemaal even geschikt? En zijn Albert en Annet al zo ver dat ze de boerderij over willen dragen?
Tot slot, over het verhaal
Het gehele verhaal speelt zich af rond Annet en Albert, hoe zij tot elkaar komen en hoe zij in het leven staan. Ze belijden het protestant christelijk geloof, en alhoewel ze bidden en de vragen aan hun God voorleggen, en dankbaar zijn voor alle voorspoed die ze mogen ervaren, zit het boek niet vol Bijbelse verhalen of preken. Het verhaal laat zien hoe zwaar het boerenleven was, met name voor de oorlog. Dagen van 14 tot 15 uur werken, in weer en wind, met storm en regen, 7 dagen in de week, want koeien moeten ook op zondag gemolken worden, en de geboorte van jong vee laat zich niet voorspellen. Het verhaal gaat vooral over de financiële kant van het boeren en hoe er gerekend moest worden. Want om te overleven als boer moet je blijven groeien en wil je meer verdienen dan moet je meer produceren. Zij durven te investeren, mee te gaan met de nieuwe ontwikkelingen, hun ouders zien alleen de risico’s en blijven kleine keuterboertjes. Oftewel: de normale ontwikkelingen tussen jong en oud door de eeuwen heen.
Wat mij in deze 4-luik wel opviel en verwonderde, is dat eigenlijk alle hoofdrolspelers - ondanks hun diep Christelijk geloof - allemaal meteen met elkaar het bed in duiken (elkaar toelaten, zoals het wordt verwoord), en *moet* er steeds getrouwd worden omdat ze ook meteen zwanger raken. Of dit synoniem is voor die periode of dat dit te maken heeft met een manlijke auteur? Het maakte in ieder geval interessant om eens een streekroman van een manlijke auteur te lezen.
Over de auteur
Johan van Dorsten, (25 september 1926) is een Nederlands schrijver van protestants-christelijke streek- en familieromans. Hij is woonachtig in Herxen, een dorpje langs de IJssel. Van Dorsten had al jong de drang tot schrijven, maar volgens zijn vader was er geen droog brood mee te verdienen en moest hij maar een vak gaan leren, wat hij ook deed. Pas nadat hij op 57-jarige leeftijd ontslag kreeg wegens bezuinigingen, kon hij zich geheel aan zijn passie, het schrijven van boeken, gaan wijden. Hij schrijft onvervalste streekromans die zich meestal afspelen in het gebied rond en achter de IJssel dat hem zo vertrouwd en dierbaar is. Naast de romantische vertelkunst informeert de schrijver de lezer ook over de gewoonten, gebruiken en het boerenbestaan uit die tijd. Hij heeft ongeveer 40 boeken geschreven. Een aantal van zijn boeken is ook als e-boek verschenen.