Meer dan 6,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Tilly Tod trilogie – Mary Schoon (streekroman N-Holland)

op 11 oktober 2019 door

De Tilly Tod trilogie van Mary Schoon bestaat uit de volgende delen:
I – Tilly Tod (2011)
II – Ik heet Suzan Brand (2012)
III –Zij van Keijzer (2012) 

Deel 1: Tilly Tod
We maken kennis met Tilly in het jaar 1929 in een weeshuis, waar ze vlak na haar geboorte voor de deur is gevonden, gewikkeld in een vod van een gordijn. Ze is nu 18 jaar. Het is een vlijtig meiske, rap van handen en tong én met een goed stel hersens. Het weeshuis wordt bestuurd door een uitgekookte directrice, die alle haar toegewezen kinderen met harde hand stuurt en vooral voor zich laat werken. Het is grote armoede, het eten is karig en de kinderen zijn broodje-mager, terwijl het de directrice aan niets ontbreekt. Van tijd tot tijd verdwijnt er een kind, het wordt geadopteerd of ergens te werk gesteld, behalve Tilly, want zij is voor de directrice van te grote waarde. Het bevalt Tilly niets meer, ze wil verder, en als ze van de directrice niet mag gaan, dan gaat ze zelf wel weg. Ze wacht een goed moment af en loopt weg, en ze verstopt zich op een boot net buiten het dorp. Ze vindt het er heerlijk, en weet zich goed te redden, totdat… opeens de eigenaar van de boot voor haar neus staat. Hij blijkt schipper op de grote vaart te zijn en tussen de reizen door heeft hij zijn woonboot, waar Tilly nu woont. Er ontstaat een soort van vader-dochter relatie, en als ze Tilly te dicht op de hielen zitten, varen ze met boot en al uit de buurt en leggen aan op een andere stek. Dan moet *vader Brand* weer de grote zee op en Tilly besluit op zoek te gaan naar een baantje. Via een boerin in de buurt komt ze terecht als dienstertje op de boerderij van haar twee broers, twee ruige bonken van midden 30, zo gesloten als een oester, grof in de mond en onbehouwen als wat, afgelegen in het buitengebied. Maar ze krijgt als dienstertje voor het eerst haar eigen kamertje, ze krijgt haar eerste eigen jurk en ze is gelukkig; de broers Guus en Harm Keijzer zijn diep in hun hart blij met hun dienstertje, het huis is brandschoon, ze krijgen op tijd een goede maaltijd, en de boerderij gaat er op vooruit. Maar het zijn 3 eigenwijze stijfkoppen bij elkaar, toch weet Tilly iedere keer weer de stijfkoppige Guus voor zich te winnen. 

Deel 2: Ik heet Suzan Brand
Dit deel sluit naadloos aan op het vorige deel: Tilly Tod, die haar naam veranderd heeft op het moment dat ze uit het weeshuis is weggelopen in Suzan Brand, treedt in het huwelijk met de 18 jaar oudere Guus Keijzer, en in de nacht volgend op hun huwelijk brandt de boerderij naast hun, de kapitale hoeve van boer Klaver, tot de grond toe af. Er wordt met man en macht gewerkt om het vee in veiligheid te brengen, maar de brand is niet meer te blussen. Natuurlijk is de boel wel verzekerd, maar als de brand is aangestoken, betaalt de verzekering niet uit; dus onderzoek volgt, want volgens de politie *stinkt* deze zaak, letterlijk en figuurlijk. Heeft Harm er iets mee te maken? Heeft Guus er iets mee te maken? Dan worden de broers Guus en Harm in de kraag gevat bij het stropen – ze gaan voor resp. 12 en 9 maanden het gevang in. Suzan blijft alleen achter op de boerderij. Er breken zware tijden aan voor Suzan, want nu moet ze in haar eentje de grote boerderij bestieren, terwijl ze ook nog eens zwanger is. De oude Teun meldt zich en biedt zich aan als hulp, vanuit zijn vriendschap naar de twee broers, en samen zetten ze er de schouders onder. Harm komt vervroegd vrij wegens goed gedrag, en vlak voor de geboorte komt ook Guus vrij, en kan zijn vrouw bijstaan bij de geboorte van hun zoon, Kes. Eindelijk zou het koek en ei worden – zou je denken – maar dan slaat het noodlot toe: Guus wordt getroffen door de bliksem terwijl hij de dieren in veiligheid wil brengen; Suzan en Harm brengen hem ten ruste op het kerkhof en weer breken er zware tijden aan voor Suzan. 

Deel 3: Zij van Keijzer
We zijn zeven jaar verder en staan op de vooravond van de Tweede Wereldoorlog; Harm is inmiddels gescheiden en woont weer op de Keijzers Hoeve en slaapt in zijn oude bedstee in de stal. 10 mei 1940 – Nederland wordt onder de voet gelopen door Duitsland en komt onder het Juk van de bezetters. In het begin merken ze er weinig van, maar door de tijd wordt het slechter en slechter: de paarden worden opgeëist door de bezetter, de fietsen en andere vervoersmiddelen worden opgeëist, dan worden ook de gewassen opgeëist en wordt het leven steeds moeilijker en zwaarder, vooral als Harm en Teun worden opgepakt. Het is in deze 5 jaar van onderdrukking dat de mensen elkaar tot op het bot leren kennen – het wordt duidelijk wie heult met de vijand, het wordt ook duidelijk wie over de rug van de uitgehongerden woekerwinsten weten te vergaren, en langzaam aan wordt ook duidelijk wie tot het ondergronds verzet behoort. En weer staat Suzan er alleen voor, maar *Zij van Keijzer* zoals Tilly Tod inmiddels wordt genoemd, houdt zich staande en ontwikkelt zich tot een grote steun voor hen die bij haar komen, of voor hen die zij ophaalt uit het oude weeshuis. Eindelijk, begin mei 1945, Nederland is weer vrij en het is tijd voor feest, tijd om de balans op te maken, en tijd om de boel weer op te bouwen en vooral: aan te sterken. Dan maakt het verhaal een sprong in de tijd, de kinderen groeien op en gaan op vrijersvoeten, maar weet Suzan zichzelf te blijven als haar kinderen hun keus hebben gemaakt? Of is ze inmiddels zo verblind door rijkdom en status? 

Tot slot over het boek
Het is een mooi dik boek en een heerlijk verhaal, het leest gemakkelijk weg en is vlot geschreven, terwijl de karakters goed worden uitgediept. Tilly als verschoppeling, die een doel voor ogen heeft, Guus en Harm met hun verdriet, de uitgekookte directrice, en gaandeweg het verhaal wordt duidelijk hoe de vork in de steel zit. Een klassieke streekroman, maar dan door iemand van een nieuwe generatie schrijvers. Verfrissend, en voor mij dik verdiend: 5 sterren ! 

Over de auteur
Mary Schoon is geboren op 13 januari 1955 in Akersloot, als tweede uit een gezin van vijf kinderen. Haar moeder was huisvrouw en haar vader bloembollenkweker. Mary doorliep de basisschool in Akersloot en de middelbare school in Alkmaar. Ze ontdekte haar schrijftalent al op haar vijftiende en schreef haar eerste boek. Maar voordat ze er professioneel mee aan de slag ging, trouwde ze en kreeg ze vier kinderen. Intussen zijn deze kinderen volwassen en heeft Mary ook alweer acht kleinkinderen. Pas jaren later ging ze weer schrijven. Mary werd gevraagd om een kersttoneelstuk te regisseren en omdat ze geen geschikt stuk kon vinden, is ze zelf gaan schrijven. Ze kreeg de smaak te pakken. Na vijftien toneelstukken, die vertaald zijn in het Fries en in het Duits, wilde ze iets anders gaan doen. Mary ging kinderboeken schrijven en in 2000 kwam haar eerste kinderboek bij uitgeverij Van Holkema & Warendorf. Haar heksenboeken zijn een groot succes geworden. Daarnaast schreef ze een aantal boeken over diverse onderwerpen. En een serie voor jongens en meisje van tien tot vijftien jaar. Ze volgde verschillende schrijfopleidingen, onder andere bij de Scriptschool in Amsterdam en bij VAK Centrum voor de kunsten in Delft. Na vijftien kinderboeken vond Mary het tijd voor iets nieuws: Het werd een historische roman voor volwassenen. Tilly Tod verscheen bij Uitgeverij Westfriesland. Het is een roman vol passie en spanning waar Mary veel plezier aan beleefde tijdens het schrijven. Het werd uiteindelijk een trilogie. Hierna volgden nog vele andere boeken van  haar hand, ze zijn spannend, met humor en met een moderne pen geschreven. Verder houdt Mary van toneelspelen, regisseren, tuinieren, paardrijden en haar kleinkinderen vertroetelen.



Reacties op: Tilly Tod trilogie – Mary Schoon (streekroman N-Holland)

Gerelateerd

Over

Mary Schoon

Mary Schoon

Mary Schoon (1955) begon met het schrijven van toneelstukken. Na vijftien toneel...