Voor mij was een indrukwekkende passage net als Pioen ook al zegt het feit dat Nuri een keer de sleutel vergeet en meneer Fotakis bij Afra op haar kamer is geweest.
'ik keek naar mijn vrouw en wist meteen dat er iets mis was '
Er zijn veel indrukwekkende passages: blz 301 nadat hij 's nachts naar zee is gelopen en kennelijk weer uit gegaan is. Vervolgens gevonden wordt en naar het ziekenhuis wordt gebracht. 'Nuri Ibrahim' mompel ik.... Drie dagen?... Afra moet doodongerust zijn.... Hier zie je dus dat hij toch altijd gelijk aan Afra denkt. Niet aan zichzelf of wat er met hem gebeurd is. Dat vond ik erg mooi aan deze passage.
Als Nuri en Afra naar de dokter geweest zijn en weer thuis, wil Afra niet naar de woonkamer zij blijft op het bed zitten. En dan heel zachtjes fluistert ze: Het was niet de bom waardoor ik blind werd. Ik zag Sami sterven en toen werd alles zwart. Daar krijg je als lezer toch tranen van in je ogen, dit is mij heel lang bijgebleven.
Er zijn veel passages die indruk maken, het hele boek,maakte indruk op mij.
De opoffering om in veiligheid te komen. Dat Afra is verkracht, de moord op de foute man in het vluchtelingenkamp, het besef dat Mustafa niet bestaat, dat Afra niets ziet door trauma. Maar ook een klein citaat:
'Nee, zijn duistere gedachten kwamen ergens anders vandaan, alsof een echo van de toekomst hem al had bereikt en in zijn oren fluisterde.'
Een citaat die al hun toekomstige ellende omvat.
Het feit dat hun leven zo drastisch veranderende door de oorlog. Dat de duisternis over hun heen kwam.
Inderdaad. Ik kwam tijdens het lezen vaker dit soort citaten tegen die ik erg mooi vind.
Ik vind het volgende citaat ook zo mooi: 'In iemand die je kent, huist altijd een persoon die je niet kent'.
Op bladzijde 16 wordt verteld dat Nuri heel kundig is op het gebied van de bijen en hun communicatie. Op bladzijde 17 gaat dit verder en Afra zegt: "Kijk die kleine strijders nou...............Kijk ze nou eens doorwerken terwijl verder alles doorgaat!" De bijen zijn volhardend en samen met zijn neef Mustafa heeft hij een heelimperium opgebouwd. Op bladzijde 35: "Ik bedenk hoe zijn woorden steeds de aansporing zijn geweest om door te gaan. Waar bijen zijn, zijn bloemen, en waar bloemen zijn, is leven en hoop. Voor mij is dit de kern waarom Nuri samen met Afra de tocht onderneemt. Mustafa en de bijen zijn de ankers waar hij zich aan vast klampt.
De zin op blz. 90: "Iets in me wenste dat ik haar met die kussen zou kunnen doden, dat ik haar voorgoed in slaap zou kunnen sussen". Toen ik die zin las heb ik het boek ècht ff dicht moeten slaan omdat mijn hart brak.
Verder nog op blz. 123: "Mijn handen horen bij een andere tijd, toen mijn vrouw liefhebben iets vanzelfsprekends was".
Ook toen op het einde van het boek Mustafa binnen kwam en Nuri de trap afliep, moest ik een traantje wegpinken.
En het gedeelte in Athene vond ik bij momenten heel eng.
Maar eigenlijk is het hele boek indrukwekkend.
Ik heb het boek hier niet bij me in taormina, Sicilie, maar dan ga ik voor het laatste hoofdstuk. Er is altijd licht aan het einde van de tunnel en Mustafa is dat licht voor Nuri en Afra.
Ik vond het deel dat ze in Anthene in de opvang komen heftig. Eerste een nacht in een school, omdat ze vermeld stonden met kind, maar Mustafa was onvindbaar. Dan moeten ze naar het onoverdekte kamp en krijgen enkel een deken om op te verblijven en te slapen.
Ze zien mensen komen en gaan (vooral komen) en zo ook een paar jonge jongens die gelijk worden ingelijfd door mensen met slechte bedoelingen. Tegen de tijd dat Nuri en Afra besluiten te vertrekken zijn de jongens ook weg, en niemand die weet waar ze zijn, maar dat het niet goed is staat als een paal boven water. Heftig.
Voor mij is het het eerste deel van hoofdstuk 13, p.300- 311, wanneer Nuri in het ziekenhuis belandt en als de dokter benoemt dat hij getraumatiseerd is en hulp moet zoeken via de huisarts. Dat dit gezien wordt en dat zijn toestand door behandeling verholpen kan worden. En mooi vind ik ook dat Afra in de tussentijd meer is gaan zien.
En aansluitend hoofdstuk 14, als Nuri voor het eerst in staat is om Diomande’s littekens te zien voor wat ze zijn, geen vleugels. Dat Nuri weer in staat is om toenadering te zoeken tot Afra. En dat dan Mustafa de volgende dag op de stoep staat.
Toch zou ik hier (of op een andere plek, Janneke?) ook wel een discussie willen openen over hoofdstuk 14
Ik vind dat het einde ineens wel heel snel heel veel eind goed, al goed bevat. Naar mijn smaak had er wel iets meer open gelaten mogen worden. Natuurlijk wil je na het lezen van dit verhaal dat alles goed gaat komen, maar dit einde is bijna te mooi om geloofwaardig te zijn.
Je geeft hier eigenlijk antwoord op mijn vraag Mariek, Diomandes heeft littekens op zijn schouderbladen. Iets wat ik ook dacht maar blijkbaar heb ik er overheen gelezen. Jouw suggestie is een mooie, misschien kan het een vraag worden. Wat was een goed eind geweest en waarom?
Nu ik voor de vragen te beantwoorden soms stukjes teruglees heb ik het gevoel dat ik toch veel dingen nu al niet meer weet. Afgelopen week dacht ik al om het boek nog es te lezen.
Er zijn heel veel indrukwekkende passage's, maar wat ze meemaakten en zagen in het kamp in Athene vond ik het meeste indruk makend. Iedereen die probeert er op zijn/haar eigen manier te overleven.
Ik vond het heel indrukwekkend om de lezen dat ze elkaar waren verloren.. Waarmee ze hem eigen een soort van vergaf voor het vergeten van de sleutels en de gevolgen die dat met zich mee bracht dat vond ik zo ontzettend heftig
Oh, ik heb zo vaak gedacht: poe, wat een indrukwekkende passage! Maar ik heb de zinnen niet genoteerd of gemarkeerd. Een aantal scenes wordt hierboven al door anderen genoemd: zeker de scene waarin Nuri de sleutel vergeet en de eerste nacht in de opvang in Athene, de vechtpartij in het park en de gesprekken daar met Angeliki.
Ik moest eigenlijk gelijk al even slikken bij het eerste hoofdstuk, dat was al zo rauw. Verder blijft mij de vrouw bij met haar baby die ze borstvoeding wil geven (spijtig dat ik niet weet hoe het haar is vergaan), wat er gebeurd is met Afra en toen het mij plots daagde dat het eigenlijk helemaal niet goed ging met Nuri. En de bij heeft een speciaal plaatsje in mijn hart ook, ik vond dat zo'n mooie scenes. De zin 'Waar bloemen zijn, zijn bijen en waar bijen zijn...' blijft me nu voor altijd bij.
Welkom bij de leesclub rond De bijenhouder van Aleppo, een roman van Christy Lefteri (Uitgeverij Mozaiek). Onze hashtag is #hebbanleesclub. Heb je een vraag over deze leesclub, mail dan naar: vandaag@hebban.nl. Aansluiten met een eigen exemplaar mag altijd!
De deelnemers zijn bekend en de boeken gaan deze week op de post. Stel jezelf even kort voor in het leesclubcafé en ontmoet je medelezers. Jullie coördinator is Janneke.