Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

De verdwijning van Agatha Christie (5)

op 03 januari 2023 door

Dit vervolgverhaal gaat over de 11-daagse verdwijning van Agatha Christie in 1926.
Meer uitleg over hoe het tot stand is gekomen lees je in de inleiding van de eerste aflevering.

De vorige delen kan je lezen door op de volgende linkjes te klikken:


Hieronder vind je aflevering 5 en komende vrijdag wordt de laatste aflevering geplaatst.

Veel leesplezier!

e8c82d23b48c78d3affe0e1937f28ce4.jpg

Dinsdag 7 december 1926

In de lounge zat een corpulente heer van een jaar of zestig. Naast hem fluisterde een dame, waarschijnlijk zijn echtgenote, hem iets in het oor. Beiden probeerden zo onopvallend mogelijk naar haar te kijken, maar zij had hun priemende blikken al lang gevoeld. Terwijl ze hen voorbij wandelde, knikte ze hen beminnelijk toe.
“Excuseer,” hoorde ze de vrouw achter zich aarzelend vragen. “Ik wil niet onbeleefd of nieuwsgierig overkomen. Maar bent u soms mevrouw Agatha Christie, de bekende schrijfster van misdaadverhalen?”
Ze keek hen beiden even recht in de ogen en lachte toen hartelijk.
“Was dat maar waar! Nee, mijn naam is Teresa Neele. Ik kom uit Kaapstad. Aangenaam.”
Ze zag het koppel elkaar vertwijfeld aankijken. De vrouw leek nog niet helemaal overtuigd.
“U lijkt sprekend op haar. Ik zei het daarnet nog tegen mijn echtgenoot toen ik de krant doornam en haar foto zag.”
“Haar foto?” vroeg ze geïnteresseerd.
“Ja. Hebt u het nieuws nog niet vernomen? Ze is al enkele dagen vermist.”
Haar man had de krant er intussen bijgenomen. De voorpagina van de Daily Mirror was bijna volledig aan haar gewijd. De krantenkop sprong onmiddellijk in het oog “Mysterieuze verdwijning vrouwelijke romanschrijfster”. Daaronder zag ze een recente foto van zichzelf. Terwijl ze deed alsof ze de rest van het artikel las, zat ze koortsachtig na te denken over haar verdere aanpak van deze situatie.
“Ik kan begrijpen waarom u zich vergiste. We lijken wel wat op elkaar,” gaf ze toe. “Maar ik kan u met de hand op het hart zeggen dat dit niet mijn foto is die in de krant afgedrukt staat.”
Ze keek het koppel zelfzeker glimlachend aan. Met een ietwat beschaamde blik excuseerden deze zich voor hun vrijpostigheid.
“In uw plaats zou ik hetzelfde gedacht hebben,” stelde zij hen gerust. “Dank zij opmerkzame mensen als jullie zal deze dame wel snel teruggevonden worden.”

Nadat het echtpaar afscheid genomen had, ging zij in één van de comfortabele zetels bij de open haard zitten en las het artikel nu grondig. De Morris Cowley was zaterdagochtend ontdekt door een zigeunerjongen die daarop de politie verwittigd had. Het verlopen rijbewijs leidde de politie naar Styles. Na telefonisch contact werd hen door het huispersoneel medegedeeld dat de vrouw des huizes vrijdagavond rond half tien vertrokken was, zonder voorafgaand te verwittigen waar ze naar toe ging. Miss Fisher had enkel de instructie gekregen haar afspraken voor de komende week af te zeggen.
Maandagochtend was haar echtgenoot kolonel Archibald Christie ondervraagd, maar er rustte geen verdenking op hem. Enkel deputee chief constable Kenward dacht er anders over. Voor hem was Archie de hoofdverdachte. Ze lachte inwendig. Haar brief had hem dus bereikt. Arme Archie. Hij die sensatie schuwde als de pest, was nu voorpaginanieuws.
Dezelfde dag hielden tachtig mensen, politie en vrijwilligers, zoekacties in Newlands Corner en omstreken. Ondertussen peilden duikers in het bodemloze water van de Silent Pool. Algemeen werd aangenomen dat ze zelfmoord had gepleegd. Vooral het feit dat haar kleren teruggevonden waren in de wagen, ondersteunde deze theorie. Eén ding was zeker: ze zochten naar een lijk, niet naar een levende vrouw.

 

Woensdag 8 december 1926

Benieuwd wat de kranten zouden schrijven, begaf ze zich naar de lounge. Vandaag wijdde de Daily News een uitgebreid artikel aan haar verdwijning. Er werden verschillende foto’s van haar gepubliceerd met potentiële vermommingen.
Archie, die zich in het nauw gedreven voelde, had immers de verklaring afgelegd dat ze meerdere malen gezegd had haar verdwijning te willen ensceneren. Dit had tot gevolg dat ze ervan verdacht werd alles op touw gezet te hebben uit publicitaire doeleinden. De krant loofde een beloning van 100 pond voor relevante informatie die tot haar ontdekking zou leiden. Dit was een aanzienlijke som, daar zou de komende dagen zeker reactie op komen.
Een blik op de staande klok deed haar beseffen dat ze moest voortmaken.

Om 11 uur verliet ze de kamer, discreet nagekeken door het kamermeisje. Ze voelde dat er over haar geroddeld werd door het hotelpersoneel. Of eerder, dat ze zwegen als ze in hun buurt kwam. Waren Teresa Neele en Agatha Christie één en dezelfde persoon? Het maakte hen nieuwsgierig. Maar meer dan er tussen elkaar over gissen, zouden ze niet doen. Hun baan riskeren voor een excentrieke gaste, zoveel was het zeker niet waard.

Bij de hoofdingang van het stadspark stond de zwarte Bentley haar op te wachten. Ze tikte op de schouder van de man die er naast stond. Hij draaide zich om, sloot haar in zijn armen en gromde “Agatha, kind. Wat is er aan de hand?”
“Straks, Billy. Laten we nu niet te veel de aandacht trekken.”
Ze zweeg, terwijl hij kundig door het stadscentrum manoeuvreerde.
Ernest Mackintosh, om een onbekende reden door iedereen Billy genoemd, was een vriend van haar oudere broer Monty. Ze had hem de eerste maal ontmoet in haar kindertijd. Acht of negen was ze toen geweest. Monty en hij zouden een paar dagen later samen als soldaat naar Zuid-Afrika vertrekken. Daar werd op dat moment de Boerenoorlog beslecht. Hij was voor haar meer een broer dan haar werkelijke broer. Als ze hem nodig had, stond hij er.
“Ik heb gereserveerd in een restaurant een half uurtje hier vandaan. Geen bezwaar?”
“Zeker niet, Billy. Ik verheug mij op je aangenaam gezelschap en je luisterend oor.”

Tijdens de maaltijd hadden ze het over haar situatie thuis. De waarschijnlijk onvermijdelijke echtscheiding en de financiële gevolgen die er aan vast zaten. Dit alles in bedekte termen zonder evenwel namen te noemen.
Na de Boerenoorlog was Billy, als jongste zoon, aan de slag gegaan in de zaak van zijn vader, een handelaar in juwelen. Met het verloop der jaren vergaarde hij heel wat kennis in het evalueren van zowel antieke sieraden als nieuwerwetse juwelen. Hij bewoog zich als een vis in het water in dit toch wel specifieke milieu. Bij het overlijden van de oude Mackintosh was er onenigheid ontstaan tussen de ervende broers. Sindsdien werkte Billy voor eigen rekening.
Tijdens één van zijn bezoeken op Ashfield waren de familiejuwelen van Agathas moeder ter sprake gekomen. Die bestonden uit een diamanten diadeem, een diamanten broche in de vorm van een gesp en een diamanten verlovingsring. Al tijdens het leven van moeder was er een bestemming aan gegeven: de diadeem zou naar Madge gaan, de broche en de ring naar haar. De rest van de sieraden was wel ‘echt’, maar niet zo kostbaar. Soms moesten die waardevolle stukken toch verkocht worden. Een gênante situatie. De taak van Billy bestond er dan in te bemiddelen tussen de vragende en de biedende partijen en op die manier de zaken zo discreet mogelijk te regelen.

Bij de koffie en het digestief keek ze hem aarzelend aan.
“Kijk, Billy, ik heb je niet alleen gevraagd om over mijn perikelen thuis te praten. Ik zou ook graag je advies hebben over het volgende.”
Daarop toonde ze hem een zwart gehaakt tasje.
“Straks, in de wagen,” zei ze toen hij zijn hand reikte om het aan te nemen.
Tijdens het opruimen van Ashfield had ze een, op het eerste gezicht, diamanten broche gevonden. Die zat weggemoffeld in een oude kous in oma-tantes slaapkamer. Wat haar echter meer geïntrigeerd had, was een blauw doosje waarin zich een gebroken zwarte parelmoeren halsketting bevond met zilveren sluiting.
“Voor zover ik weet heeft oma-tante nooit over deze juwelen gesproken. Maar aangezien kostbare juwelen meestal overgaan van moeder op dochter of schoondochter, veronderstel ik dat ze afkomstig zijn van haar Amerikaanse schoonmoeder.”
Billy, die aandachtig luisterde, knikte instemmend.
“Madge en Archie weten hier niets van af,” fluisterde ze haast.
“Ze verdienden het niet dat ik er hen over aansprak. Niet na al die maanden van eenzaamheid en verdriet.” Haar stem sloeg over.
Toen herpakte ze zich. “Mochten ze iets waard zijn, is het dan mogelijk om in gouden soevereinen betaald te worden?”
De koersdaling van het papieren geld, ten gevolge van de oorlog, was schrikbarend. Als haar vondst iets opbracht, dan had ze een appeltje voor de dorst.

In de wagen wierp hij een eerste blik op de inhoud van het zwarte tasje. Bij het zien van de zwarte parels floot hij tussen zijn tanden. Op de terugweg praatten ze nog wat over Monty en over de goede oude tijd. Bij het afscheid deelde Billy mee dat hij morgen voor enkele dagen naar Parijs vertrok om er te bemiddelen in een belangrijke transactie. Zodra hij terug was, zou hij haar thuis bellen.

Die avond danste ze de charleston in haar nieuwe roze avondjurk.



Reacties op: De verdwijning van Agatha Christie (5)

Meer informatie

Over

Agatha Christie

Agatha Christie

Agatha Christie (1890-1976) leek op het eerste gezicht een afstandelijke Engelse...