Fragment:

Ik voel met mijn hand in mijn mouw aan de korst op mijn schouder, van toen ik met het skateboard tegen de stoeprand reed. Het jeukt. Ik probeer eromheen te krabben, maar mijn vingers willen het korstje voelen. Bobbelig als de huid van een pad. Als ik even niet goed nadenk, schuift mijn duimnagel onder de korst en wipt hem los. Ik voel dat er een kringeltje bloed langs mijn arm loopt. Ratatatatatata doet de naaimachine. Niemand kijkt. Ik eet het korstje op. Het smaakt naar tand door je lip en het plakt tussen mijn kiezen.

Flaptekst:

De achtjarige Nicolas heeft alle stripboeken over De Adelaar, een superheld die het opneemt tegen bovennatuurlijk sterke vijanden, al honderd keer gelezen. Zijn vader werkt hard, zijn moeder heeft haar eigen problemen en is vaak onbereikbaar voor Nicolas. Op een doodgewone middag komt er een verontrustende boodschap: een zwart gat is onderweg naar de aarde. De kans dat de mensheid en alles daaromheen zal worden weggevaagd is groot. Nicolas, worstelend met het verschil tussen fantasie en hoop, besluit net als De Adelaar alles op alles te zetten om de ramp af te wenden. Maar hoe red je de wereld als je acht bent?

Anne Eekhout was Auteur van de Week, een interview.