Blogpost:
Katrien Van Effelterre
De vurige Pinkstertongen
Het ‘Feest van de Vurige Tongen’ heette het bij de Grauwzusters, die, veel brutaler dan de Zusters van de Voorzienigheid, van mijn zesde tot mijn twaalfde pijnlijk in mijn bovenarm knepen en me op mijn tegel in de rij zetten wanneer de bel was gegaan. Wat Pinksteren met die tongen te maken had, begreep ik niet echt, maar intrigerend vond ik het wel. Net zoals Zephyrus de westenwind deed waaien als hij boos was, en Ariadne een draad ter beschikking stelde om een held te redden uit een labyrint. Bij gebrek aan een Grauwzuster in de buurt, leert Wikipedia me vandaag dat met Pinksteren 'de uitstorting van de Heilige Geest' wordt herdacht.Vurige tongen en een uitstorting dus. Bepaald geen zedig beeld levert dat op.
Eigenlijk is het nog erger dan Adam die in Eva’s appel beet, een kind dat zomaar vanzelf aan een schoot ‘ontsproot’, of Psalm 23, die iemands beker doet overvloeien. Maar misschien moet het wel zo, en wordt alle klerikale preutsheid ten spijt, met al die metaforen al dan niet bewust de universele waarheid geraakt. Die van de essentie van het leven, die wordt weerspiegeld door de begerige blik van minnaars die met elkaars lichaam niet alleen elkaars ziel, maar ook die van het gehele bestaan weten te doorgronden. In ieder geval is het voor Moeder Natuur waarvoor we hier zijn. En zonder hetwelk we hier nooit zouden zijn geweest. Het begin en het einde.En alles ertussenin.
Lees verder op mijn site