Hij werd het grootste Nederlandse talent ooit genoemd. En dat leek hij ook waar te maken. Op zijn 22e vestigde Thiemo de Bakker, de Wimbledon-kampioen bij de junioren, zich bij de beste veertig tennissers van de wereld en werd hij door wereldtoppers als Roger Federer, Rafael Nadal en Lleyton Hewitt gezien als toekomstig uitdager. Maar toen ging het in één seizoen volledig misging voor 'de begaafde'. Ruim tien jaar lang doolde De Bakker vervolgens door de internationale tenniswereld, voornamelijk op het tweede niveau, met af en toe succes in de Davis Cup en een kortstondige terugkeer in de top100. Zijn grote probleem: hij was zichzelf kwijtgeraakt, werd angstig op de tennisbaan. Meerdere keren stond hij op breken. Een boek over zijn mentale strijd, eenzaamheid, de afleidingen, omgaan met verwachtingen, de onmogelijke keuze om te stoppen en een zoektocht naar levensgeluk.
