Cocky, het levensverhaal van ‘Brittains biggest drugsbaron’, is de man die Sassenheim als uitvalsbasis had en hier in de gevangenis belandde. Liverpool! Stad van The Beatles. Stad ook van één (vooruit, twee) van de mooiste voetbalclubs ter wereld. Maar tevens een stad met een inktzwarte rafelrand. Een stad waar de criminaliteit welig tiert. Een man die het lelijke gezicht van Liverpool als geen ander belichaamt is Curtis Warren. Deze voormalige uitsmijter, bijgenaamd Cocky, groeit uit tot de grootste drugshandelaar van het Verenigd Koninkrijk. Dat levert hem topnoteringen op uiteenlopende lijsten op: hij staat in de bovenste regionen van de Sunday Times Rich List en met stip op de opsporingslijst van Interpol. Cocky bezit casino's in Spanje, discotheken in Turkije, een wijngaard in Bulgarije, vele hectaren grond in Gambia en diverse Zwitserse bankrekeningen. Als de grond hem te heet onder de voeten wordt vestigt hij zich in het Zuid-Hollandse Sassenheim. Van daaruit zet hij zijn duistere zaken onverminderd voort. Cocky, gezegend met een fotografisch geheugen - telefoon- en bankrekeningnummers schreef hij nooit op, maar onthoudt hij gewoon – wordt in Sassenheimse villa gearresteerd dor de Britse en Nederlandse politie. Na zijn jarenlange detentie in de Nederlandse PI gaat Cocky onverstoorbaar verder met zijn handel, wat er al snel toe leidt dat hij weer in de kraag wordt gevat. Inmiddels zit hij alweer achter (Britse) tralies. Over Cocky's leven kun je een boek schrijven, een boek waarvan de pagina's aan elkaar kleven van het verspilde bloed. Dat boek is er - en het heet simpelweg Cocky. Het is een schokkend verhaal waarin The Beatles héél ver weg zijn.
