Patrick Chamoiseau, van wie eerder Texaco en de Kroniek van zeven armoedzaaiers verschenen, schetst in deze autobiografie zijn prilst jeugd in Martinique. Creoolse kindertijd is het verhaal van een volwassen geworden "nikkertje", zoals hij zichzelf noemt. Hij tracht zich het leven - de geluiden, de geuren, de smaak: het gevoel - te herinneren dat hij leidde in het Fort-de-France van veertig jaar geleden. Het grote gezin van Vrouw Ninotte, die de klok rond werkte; de vader die er alleen was bij de middagpunch en het avondmaal; de kinderschaar in alle schakeringen van bruin onder het altijd lekkende dak van het onder orkanen kreunende huis. De haast mystieke wereld die werd bevolkt door het slachtvarken voor de kerst, de in huis rondzwervende konijnen voor de zondagse pot, de leg- en slachtkippen bedreigd door het rattenleger, de negers met het boze oog, de kruidenvrouwtjes, de kakkerlakken, spinnen en steekvliegen, Tarzan en Kuifje.
