In april 1981 publiceerde Ward Ruyslinck in het Nieuw Vlaams Tijdschrift de tekst Open brief aan de gevoelsafschaffers. Ruyslinck blijft zich koppig een weg banen naar een humaner leefklimaat op onze planeet en als zodanig behoort hij ongetwijfeld tot de voorlopers van een neohumanisme, dat zich heftig begint te verzetten tegen de censuur van de emotie in onze rationalistische, nuchtere, zogenaamd efficiënte maatschappij. Met zijn visie staat hij blijkbaar niet langer alleen. In juli 1981, enkele maanden na het verschijnen van zijn `Open brief, werd hij in de Duitse pers bijgetreden door Dieter E. Zimmer, die in een uitvoerige bijdrage tot `Die Zeit' voor een 'Rehabilitation des Fühlens' en een 'neue Innerlichkeit' opkwam. Toeval of het protest van een rijpe generatie die het morele en fysieke geweld én de dictatuur van de nieuwe mandarijnen beu is? In zijn nieuwe roman De boze droom het medelevers werkt Ruyslinck zijn credo verder uit aan de hand van het tragische levensverhaal van 'het gevoelige kneusje' Wies Van Peene. In de manier waarop de auteur deze marginale figuur heeft uitgebeeld zullen niet weinig lezers hun eigen gevoelsonmacht en affectieve weerloosheid terugvinden. De boze droom het medeleven is duidelijk bedoeld als een aanklacht tegen de miskenning van het medelijden als intermenselijke factor in onze agressieve, meedogenloze, op gevoelsonderdrukking gerichte samenleving.