Op de dag dat op het Museumplein de grootste klimaatdemonstratie uit de Nederlandse geschiedenis plaatsheeft, zwalkt de Amsterdammer van middelbare leeftijd Percijn doelloos door zijn stad, terwijl hij zijn gedachten laat dwalen over de hypes van de dag, die de temperatuur van de tijd bepalen. "Als een Carmiggelt van de eenentwintigste eeuw, die zijn ironie heeft ingeruild voor cynisme."
Wanneer de betoging door toedoen van tegendemonstranten uit de hand loopt, belandt hij per toeval in het centrum van het gebeuren en haalt hij zelfs het landelijke nieuws. Aan het eind van de dag wacht de man, die bezig is met een afrekening met zijn verleden, een opmerkelijke verrassing.
