Het is 1831 wanneer de vijtienjarige Mary aan de moeilijke taak begint haar verhaal te vertellen. Ze is een tenger meisje met melkkleurig haar en een rappe tong, dat samen met haar drie zussen een arm bestaan leidt op haar vaders boerderij. Omdat het gezin niet rondkomt, wordt Mary in de zomer van 1830 naar de pastoor gestuurd om voor diens invalide vrouw te zorgen. In ruil daarvoor leert hij haar lezen en schrijven. Maar wanneer zijn vrouw overlijdt, blijkt dat Mary voor de lessen een hoge prijs moet betalen. Langzaam wordt duidelijk waarom Mary moet vertellen wat er is gebeurd.
