Onder het puin geraakt van zijn ingestort huis (is het een ongeluk? een aanslag?), doch in het bezit van zijn laptop schrijft de hoofdpersoon van deze verhalenbundel zijn testament. Het worden korte verhalen over zijn jeugd, zijn liefdes, zijn latere reizen, de zin van zijn leven, het uiteindelijke afscheid. Levend begraven hoopt hij nog dat Aurora, die hij liefhad als geen ander, hem zal vinden, en zijn terugblik op zijn leven zal openbaren: de bestanden die hij ooit al eens als concept had opgeslagen en als een bezetene heeft bijgewerkt. Die hoop verzoent hem met het schrijnende besef dat hij zelf voorgoed zal verdwijnen, alsof hij nooit heeft bestaan - mits zijn verhalen gelezen zullen worden en in de herinnering van de lezer zullen voortleven.