Vijf jongens ontmoeten elkaar bij toeval in de loop van een paar jaar, omdat ze alle vijf één doel kennen: de koers. Ze ambiëren allemaal een carrière als profrenner. Op het jaagpad langs de Schelde, van Gent naar Oudenaarde, trainen ze samen. Iljo Keisse, Wouter Weylandt, Dimitri De Fauw, Bert De Backer en Kurt Hovelijnck. Ze zijn jong, viriel, populair, en schoppen het inderdaad tot profwielrenner. Maar het leven blijkt harder dan de droom. Wat hen ooit samenbracht, de koers, rukt hen ongenadig ook weer uit elkaar. De val reconstrueert op indringende wijze het soms grappige, soms tragische, maar altijd realistische relaas van deze jonge renners. Een groots verhaal over wielrennen, gebaseerd op ware gebeurtenissen, maar nog meer over vriendschap en volwassen worden.
Matthias M.R. Declercq: 'Diep in het verhaal zegt een van de hoofdpersonages dit: "Ik heb het aanvaard. Het spel, de groep, het samen strijden." Misschien is dat wel waar dit alles om draait: de aanvaarding van het ongerijmde, van onze nietigheid, de vanitas. Aanvaarden dat we naar iets zoeken dat niet bestaat. Wat ook letterlijk op de brugpijler stond gespoten, aan het begin van het jaagpad in Gent, waar dit verhaal is ontsprongen en de vijf jongens een tocht aanvatten die leidde tot dit boek. Niemand die aan onheil dacht bij vertrek, niemand die dacht aan die mogelijkheid, niemand die het verwachtte. Het zou hun niet overkomen. Maar niemand leest de kleine letters.'
