De allochtone jongeren aan wie Emma lesgeeft zijn moeilijk te hanteren. Een aantal heeft een gruwelijke jeugd doorgemaakt; sommigen zijn onberekenbaar of niet zo jong als ze zich voordoen. Emma kan goed met haar leerlingen opschieten voor hen is ze een soort moederfiguur. Op een dag ziet ze haar jeugdliefde Melchior in de stad lopen, de huisvriend van wie ze als jong meisje zwanger werd. Ze is totaal van de kaart. Ze krijgt nachtmerries en realiseert zich langzamerhand dat haar herinneringen niet kloppen. Ze begint een zoektocht om inzicht te krijgen in haar leven. Haar leerlingen voelen dat er iets met Emma aan de hand is. Ze houden haar nauwlettend in de gaten. En dan ontdekt zij iets vreselijks.