Tien reizen maakt Arvid Silber, maar het zijn geen reizen in de gewone betekenis van het woord. Zijn reisdoel, of dat nu Riga is, Tallinn, Athene of Boedapest is, blijkt Arvid onderweg maar terloops aan te doen, en deze plaatsen zijn even wonserlijk en bizar als de voorvallen die hij op zijn tochten belefft. Vaktons verteltrant in dit surrealistische sprookjesboek heri nertzowel aan Kafka als aan de Barin van Münchhausen. Hoofdmotieven zijn de reis als metafoor van het leven, waarin men immers steeds "onderweg" is, en de liefde van Arvid voor de vrouw Ilma die zich tijdens zijn reizen in allerlei gedaanten aan hem manifesteert. Op speelse, satirische wijze behandelt Valton daarnaast thema's als bureaucratie en milieuvervuiling. Maar bovenak is zijn boek een even oorspronkelijke als humoristische hommage aan de onbeoerkte mogelijkheden van de menselijke verbeelding.