Politiek rumoer ontstaat na de verschijning van Nader tot u (1966), met daarin de befaamde passage waarin de schrijver de liefde bedrijft met God in de gedaante van éénjarige muisgrijze ezel. Dit leidt tot het 'Ezelproces' wegens veronderstelde godslastering. Het wordt uitgevochten tot en met de Hoge Raad; Reve wint het glansrijk in 1968. Intussen weet hij als geen ander de media te bespelen. Aan de orde komen geruchtmakende gebeurtenissen zoals zijn overgang tot de Roomskatholieke kerk, de toekenning van de P.C. Hooftprijs, de beroemd geworden huldigingsavond in de Allerheiligst Hartkerk te Amsterdam en zijn als 'racistisch' beschouwde optreden tijdens de Nacht van de Poëzie in Kortrijk.
Door zijn talloze media-optredens wordt Reve een van de iconen van de bevrijdende jaren zestig en zeventig. Ondanks alle successen die hij kan noteren spreekt hij zelf achteraf over 'rampjaren'. De kloof tussen zijn eigen denkbeelden en het imago dat hij bij zijn bewonderaars heeft, wordt steeds dieper. Na een aanvankelijk relatief gelukkige tijd met 'Teigetje' wordt zijn liefdeleven steeds woeliger. Vanaf 1972 trekt een stoet van liefdesvrienden voorbij, maar geen van hen houdt het lang uit bij de depressieve en aan drank en middelen verslaafde schrijver, die intussen zijn publiek verkwikt met meesterwerken als De taal der liefde, Lieve jongens en Een circusjongen.
