Het club- en buurthuiswerk heeft in de vorige eeuw een niet geringe rol gespeeld bij de opvang, de begeleiding en bij de ontspanning van jeugd en gezin in diverse wijken en buurten van de wereldhavenstad.
De Katholieke Stichting voor Jeugd en Gezin (KSGJ) was destijds in Rotterdam de grootste en een invloedrijke instelling voor gezins- en jeugdwerk waar sociaal-cultureel werkers, buurtopbouwwerkers, maatschappelijk werkers, crĂȘche- en peuterzaalwerkers in en rond de clubhuizen met de bewoners in de weer waren. De KSGJ heeft in de loop van de jaren bijgedragen aan de uitvoering, ontwikkeling en professionalisering van het welzijnswerk.
Tot het midden van de jaren tachtig, toen alle Rotterdamse club- en buurthuizen onder dwang van de landelijke en vooral gemeentelijke welzijnspolitiek en bezuinigingen moesten fuseren en ten slotte opgingen in de deelgemeenten. Reorganisatie volgde op reorganisatie, met alle gevolgen voor het uitvoerend werk.
De lotgevallen van de KSGJ wijken niet in belangrijke mate af van wat andere gezins- en jeugdwerkinstellingen doormaakten. Dit boek zet tegen de maatschappelijke achtergrond (verzuiling, ontzuiling, ontkerkelijking en de verzorgingsstaat) en vooral de sociale ontwikkeling van Rotterdam (de expanderende moderne maar onbehaaglijk wordende haven- en leefstad) de betekenis van het club- en buurthuiswerk in Rotterdam historisch uiteen.
Veel problemen en ontwikkelingen waar professionals op het terrein van zorg en welzijn nu in Rotterdam tegen aanlopen hebben hun wortels in het verleden. Wie zinvol wil meedenken en meepraten over het hedendaagse welzijn en het welzijnsbeleid kan niet zonder kennis en inzicht in het (recente) verleden.
De Katholieke Stichting voor Jeugd en Gezin (KSGJ) was destijds in Rotterdam de grootste en een invloedrijke instelling voor gezins- en jeugdwerk waar sociaal-cultureel werkers, buurtopbouwwerkers, maatschappelijk werkers, crĂȘche- en peuterzaalwerkers in en rond de clubhuizen met de bewoners in de weer waren. De KSGJ heeft in de loop van de jaren bijgedragen aan de uitvoering, ontwikkeling en professionalisering van het welzijnswerk.
Tot het midden van de jaren tachtig, toen alle Rotterdamse club- en buurthuizen onder dwang van de landelijke en vooral gemeentelijke welzijnspolitiek en bezuinigingen moesten fuseren en ten slotte opgingen in de deelgemeenten. Reorganisatie volgde op reorganisatie, met alle gevolgen voor het uitvoerend werk.
De lotgevallen van de KSGJ wijken niet in belangrijke mate af van wat andere gezins- en jeugdwerkinstellingen doormaakten. Dit boek zet tegen de maatschappelijke achtergrond (verzuiling, ontzuiling, ontkerkelijking en de verzorgingsstaat) en vooral de sociale ontwikkeling van Rotterdam (de expanderende moderne maar onbehaaglijk wordende haven- en leefstad) de betekenis van het club- en buurthuiswerk in Rotterdam historisch uiteen.
Veel problemen en ontwikkelingen waar professionals op het terrein van zorg en welzijn nu in Rotterdam tegen aanlopen hebben hun wortels in het verleden. Wie zinvol wil meedenken en meepraten over het hedendaagse welzijn en het welzijnsbeleid kan niet zonder kennis en inzicht in het (recente) verleden.