Kenneth Good reisde als antropoloog naar het hart van het Amazonegebied, waar hij twaalf jaar bij de Yanomami woonde, hun taal leerde, verliefd werd op een yanomami-vrouw en ten slotte een strijd van leven en dood moest aangaan om haar te behouden. Toen Good over de rivier de Orinoco het regenwoud van de Amazone introk, studeerde hij nog bij de gevierde geleerde Napoleon Chagnon, de man die de wereld voor het eerst kennis liet maken met wat hij het 'woeste volk' noemde, een volk dat nog in het stenen tijdperk leefde, dat bewustzijnsverruimende middelen gebruikte en zich verlustigde in het doden van mensen. De observaties van Good daarentegen leidden tot een herziening van de tot dan toe geldende opvattingen, en zijn in Harthout bijzonder levendig beschreven. Bovendien is dit boek een ontroerende liefdesgeschiedenis, anders dan alle andere literatuur over een primitieve cultuur. Good huwde met de Yanomami-vrouw en nam haar mee naar de Verenigde Staten, hetgeen een opmerkelijke confrontatie opleverde van het stenen tijdperk met de geavanceerde Amerikaanse cultuur.