Roman over jonge onervaren Duitse vliegers die aan het einde van de Tweede Wereldoorlog worden ingezet tegen een overmacht aan geallieerde bommenwerpers. In de chaos van de vele hopeloze luchtgevechten smelten idealen weg en verworden de vliegers tot hersenloze vechtmachines. Een van de vliegers tracht temidden van de zinloze vernietiging zijn idealen te behouden maar ondervindt daarbij veel onbegrip. Boeiende roman die authentiek overkomt, nu eens niet over de gebruikelijke oorlogshelden, maar over gewone jongens die uit pure hartstocht vlieger worden maar snel ervaren dat de oorlog slechts negatieve kanten heeft. Slechte vertaling, vooral wat de technische terminologie betreft. Voor een groot lezerspubliek.