Tijdens zijn reis geeft die stem hem raad of confronteert hem met allerlei persoonlijke zaken. Op iedere berg waar hij naar toe wandelt, wordt er een reisgenoot toegevoegd aan het gezelschap. Gesprekken geven hem aanwijzingen voor zijn leerproces en zijn relaties met anderen. Daarnaast moet hij aan een dreiging zien te ontkomen.
Hij ontmoet in die andere werkelijkheid het universele innerlijke kind, de oermoeder, de wijze, de vriend, de oervader, de geliefde en tenslotte zijn Zelf. Met al deze personages heeft hij gesprekken over zaken op hun terrein van het leven. Al reizend en pratend verandert hij, overwint zichzelf en kan met een andere kijk en ontwikkeling verder gaan naar het Leven.
