Amores vertelt over de spelletjes van haar jeugd, over het huislijk leven in het gezin, over vrienden, het wonen, het eten, het vangen van zoetwatervis en over traditionele gebruiken. Maar het is voorbij, voorgoed voorbij en valt alleen in de herinnering, voor de duur van het gedicht, te herleven. Samen bouwen de gedichten een sfeer op van het even herleefde verleden, niet om gevoelens op te wekken van heimwee of nostalgie die naar dat verleden terug zouden willen gaan.