Koning, keizer, admiraal. Hun verhaal kennen we allemaal. Daar zorgen de vorsten en veldheren wel voor. Met hun daden, maar vooral met het laten vastleggen daarvan. Wilhelmus van Nassouwe leeft voor altijd voort in ons nationale volkslied en zeeheld Piet Hein is zelfs vier eeuwen na zijn dood een bekende naam. Eveneens dankzij een loflied, dat we graag luidkeels zingen in volle voetbalstadions als de winst voor het grijpen ligt.
De gewone mannen en vrouwen van weleer zien we niet terug in kranten en kronieken. Zij ploeterden onopgemerkt door het leven. Tot nu. De pagina’s in dit boek zijn gevuld met gewone mensen. Met mensen zoals jij en ik. Iets meer ik dan jij, misschien. Want juist omdat de perikelen van ons ‘kleine luyden’ nergens zijn beschreven, moeten we het hebben van mondelinge overlevering. En die haal je het makkelijkst en het uitgebreidst dicht bij huis.
Mijn ouders bieden me met hun jeugdherinneringen een dynamische blik op het leven van hun ouders en grootouders. Een leven dat het waard is verteld te worden. Een leven dat lijkt op dat van hun tijdgenoten. Grote kans dus dat jij jouw (over)grootvader en -moeder herkent in de verhalen van die van mij. Misschien loop je ze zelfs wel echt tegen het lijf in de kolommen. Die zijn namelijk gevuld met heel veel Tegelse familienamen. Uiteraard met die van mijn grootouders Schouwenberg, Op het Veld, Sijbers en Inderhees. Maar ook met bijvoorbeeld Van den Bongard, Cremers, Driessen en Van Eijk. Gubbels, Hermkens, Keunen en Koppers. Oehlen, Rutten, Stapel en Stoffels. Ze bezetten allemaal een plekje in dit boek.
Of jouw voorvaders en –moeders er ook tussen staan? Check gauw het naamregister op pagina 78 en je weet het meteen. Laat je je liever verrassen? Lees dan heerlijk op je gemak deze kroniek van Jan en Mien Publiek. En beleef met hen het Tegelen van opa en oma.
De gewone mannen en vrouwen van weleer zien we niet terug in kranten en kronieken. Zij ploeterden onopgemerkt door het leven. Tot nu. De pagina’s in dit boek zijn gevuld met gewone mensen. Met mensen zoals jij en ik. Iets meer ik dan jij, misschien. Want juist omdat de perikelen van ons ‘kleine luyden’ nergens zijn beschreven, moeten we het hebben van mondelinge overlevering. En die haal je het makkelijkst en het uitgebreidst dicht bij huis.
Mijn ouders bieden me met hun jeugdherinneringen een dynamische blik op het leven van hun ouders en grootouders. Een leven dat het waard is verteld te worden. Een leven dat lijkt op dat van hun tijdgenoten. Grote kans dus dat jij jouw (over)grootvader en -moeder herkent in de verhalen van die van mij. Misschien loop je ze zelfs wel echt tegen het lijf in de kolommen. Die zijn namelijk gevuld met heel veel Tegelse familienamen. Uiteraard met die van mijn grootouders Schouwenberg, Op het Veld, Sijbers en Inderhees. Maar ook met bijvoorbeeld Van den Bongard, Cremers, Driessen en Van Eijk. Gubbels, Hermkens, Keunen en Koppers. Oehlen, Rutten, Stapel en Stoffels. Ze bezetten allemaal een plekje in dit boek.
Of jouw voorvaders en –moeders er ook tussen staan? Check gauw het naamregister op pagina 78 en je weet het meteen. Laat je je liever verrassen? Lees dan heerlijk op je gemak deze kroniek van Jan en Mien Publiek. En beleef met hen het Tegelen van opa en oma.
