September 1939. De Hongaars-Poolse grens is opengesteld voor de tienduizenden vluchtelingen die proberen te ontkomen aan de Duitse en Russische legers. Zsigmond Gordon, verslaggever voor een grote Hongaarse krant, staat ook bij de grens, waar zijn aandacht wordt getrokken door drie Rode Kruis-vrachtwagens. Hij probeert een van de chauffeurs aan te spreken, maar die rijdt door. Een paar dagen later doet Gordon wat naspeuringen, en hij komt achter het bestaan van een illegaal gokcircuit waar flinke bedragen in omgaan. Intussen krijgt de gepensioneerde inspecteur Sándor Nemes van een machtig man een opdracht die hij niet kan weigeren. Hij moet uitvinden wat er is geworden van een drugstransport dat bestemd was voor het Poolse leger. Nemes heeft best wat eelt op zijn ziel, maar zelfs hij is geschokt door wat hij vervolgens ontdekt. Wanneer de wegen van Gordon en Nemes elkaar kruisen, blijken ze hetzelfde kwaad op het spoor te zijn.