In september 1914, een maand na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog,
trekt César Vincent, een twintigjarige boerenjongen, naar de
garnizoensstad Briançon om opgeleid te worden tot soldaat. Met het leger
reist hij vervolgens een groot deel van het front af, van de Somme tot
Verdun, en leert hij de oorlog kennen in zijn gruwelijkste, onmenselijkste
gedaante. Zijn enige houvast is de troost dat het leven in zijn geboortedorp
intussen gewoon doorgaat, en de brieven die hij vrijwel dagelijks naar huis
schrijft.
Een eeuw lang liggen de brieven van César in een oude kist in een schuur
op de boerderij van zijn familie. Dan vraagt een achterneef, Lionel Vincent,
zijn Nederlandse buurvrouw Mies Haage of zij er misschien interesse in
heeft. Het resultaat is een ijzingwekkend verslag van een oorlog aan de
hand van een ooggetuige
trekt César Vincent, een twintigjarige boerenjongen, naar de
garnizoensstad Briançon om opgeleid te worden tot soldaat. Met het leger
reist hij vervolgens een groot deel van het front af, van de Somme tot
Verdun, en leert hij de oorlog kennen in zijn gruwelijkste, onmenselijkste
gedaante. Zijn enige houvast is de troost dat het leven in zijn geboortedorp
intussen gewoon doorgaat, en de brieven die hij vrijwel dagelijks naar huis
schrijft.
Een eeuw lang liggen de brieven van César in een oude kist in een schuur
op de boerderij van zijn familie. Dan vraagt een achterneef, Lionel Vincent,
zijn Nederlandse buurvrouw Mies Haage of zij er misschien interesse in
heeft. Het resultaat is een ijzingwekkend verslag van een oorlog aan de
hand van een ooggetuige