Tomas Halik groeide op tijdens het stalinisme en werd christen in een tijd van ernstige vervolging van de kerk. Hij maakte de Praagse lente mee en de Sovjetbezetting in 1968. Vanuit zijn autobiografie gaat Tomas Halik in op fundamentele theologische vragen. Ook biedt hij een fascinerende inkijk in zijn innerlijke crises en conflicten. Haliks levensverhaal is getekend door het communisme, geheimhouding en het constante, dreigende gevaar. Dit maakt zijn boek tot een indringend getuigenis van een demonisch tijdperk. Maar Haliks levensverhaal laat ook zien dat de kerk van Christus kan overleven en zelfs herleven in een volstrekt seculiere wereld.