Ivan is een jonge jongen. Thuis is hij erg ongelukkig en daarom droomt hij ervan om weg te gaan. Als hij in een snoepwinkeltje komt geeft de eigenaresse Mary hem kauwgomballen. Hij slikt zo een kauwgombal door en komt terecht in Frankrijk.
Het is dan het jaar 1788. Ivan krijgt een nieuwe familie en bezoekt het hof van de Franse koning Lodewijk de 16e. Hij voorkomt dat de Franse revolutie tot een uitbarsting komt en raakt in gevecht met de boze tovenaar Fiacre. De zigeuners Cigan en Elijah en de kauw Boris helpen Ivan met zijn moeilijke opdracht.
In het tweede deel in het boek wordt Ivan ontvoerd door de broer van Fiacre. Samen met zijn vriendje Auguste komt hij terecht in het hiernamaals. Hij reist door een aantal hellen en hemels en maakt wonderlijke dingen mee.
Hierbij wordt hij geholpen door Harun, de kapitein van het Schip der Boetedoening. Ook de koddige raaf Cedric helpt Ivan om weer terug te keren op aarde.
Het is dan het jaar 1788. Ivan krijgt een nieuwe familie en bezoekt het hof van de Franse koning Lodewijk de 16e. Hij voorkomt dat de Franse revolutie tot een uitbarsting komt en raakt in gevecht met de boze tovenaar Fiacre. De zigeuners Cigan en Elijah en de kauw Boris helpen Ivan met zijn moeilijke opdracht.
In het tweede deel in het boek wordt Ivan ontvoerd door de broer van Fiacre. Samen met zijn vriendje Auguste komt hij terecht in het hiernamaals. Hij reist door een aantal hellen en hemels en maakt wonderlijke dingen mee.
Hierbij wordt hij geholpen door Harun, de kapitein van het Schip der Boetedoening. Ook de koddige raaf Cedric helpt Ivan om weer terug te keren op aarde.