Max is een kleine avonturier. Ze woont bij Dieu, op de hoogste verdieping van wat ooit het hoogste gebouw van Brussel was. Max heeft een pak met heel veel zakken en ritsen. En ze heeft een parachute. Vliegen kan ze als de beste. Maar landen? Dat is andere koek!
Op een dag vliegt Max tegen een gillende roze sliert aan. Die gillende roze sliert blijkt een regenworm te zijn die Ribbeltje heet. Max en Ribbeltje kunnen het goed met elkaar vinden. Max nodigt Ribbeltje meteen uit om ook bij Dieu te komen wonen. Maar eh… er wonen al duizend mieren (of meer, moeilijk te tellen!) bij Dieu. Als Max een tijdje later ook nog een kakkerlak én een haring mee naar huis neemt, vindt Dieu het welletjes. Hoog tijd om op zoek te gaan naar een nieuwe plek om te wonen.
