Joe Sacco wil arts worden met de oprechte bedoeling zijn medemensen te helpen. In dit ontroerende, beangstigende en vaak grappige boek vertelt hij hoe tijdens zijn opleidingsperiode, in een groot ziekenhuis in New York, zijn hoge idealen bijna de grond in worden geboord. Afgemat door eindeloze uren dienst en verbijsterd over de behandeling van hulpeloze patiënten, wordt dokter Sacco kwaad. Hij begint alles op te schrijven wat hij dagelijks ziet: tragiek en hoop, machteloze botheid en humor. Hij registreert de verwaandheid van medische 'sterren' die geen tegenspraak dulden... hij gaat tekeer tegen de ziekenhuisbureaucratie... tegen artsen die ruimtepakken dragen als zij AIDS-patiënten behandelen... tegen jonge mensen die verslaafd zijn aan alcohol en drugs... En Joe Sacco vertelt over de mensen die hij verzorgt, voor wie hij vecht en van wie hij soms gaat houden. Ondanks alles wat Joe Sacco heeft meegemaakt gelooft hij nog steeds in zijn levenstaak. Geen van zijn lezers zal ooit zijn aangrijpende ervaringen vergeten.