Montijn behandelt het wijdverbreide verlangen naar een huis met een tuintje, maar ook de minachting van de elite voor buitenwijken. Ze beschrijft hoe de boerderij een inspiratiebron werd - en bleef - voor het landelijke wonen: voor negentiende-eeuwse villa's in cottage-stijl, voor het hippe, verbouwde boerderijtje van de jaren zeventig, en voor de boerderette van nu.