Walker Devereaux weet niet wie zijn ouders zijn. Toen hij drie was, liet zijn moeder hem achter langs de kant van een weg. Een vaag gevoel zegt Walker dat zijn moeder van hem hield en hem niet vrijwillig heeft achtergelaten. Zestien jaar later probeert Walker, met niets dan een oude foto en een brief, uit de losse flarden van het verleden zijn eigen geschiedenis te reconstrueren. Maar een geheimzinnige achtervolger bemoeilijkt zijn zoektocht. En als Walkers kat wordt vermoord, wordt duidelijk dat de achtervolger wel eens een moordzuchtige psychopaat zou kunnen zijn.
