Als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt is Frans, zoon uit een Antwerps slagersgezin, net dertien jaar. In zijn dagboek beschrijft hij de belegering van Antwerpen, de zeppelingbombardementen, de val van de stad en de Duitse bezetting. Via de brieven en foto's van zijn broer Karel, die bij het leger is, volgt hij het leven aan het front. Voor Frans lijkt de oorlog een spannend avontuur, zeker wanneer hij een Duitse spion op het spoor komt. Of verbeeldt hij zich dat maar? Maar dan gebeurt er iets afschuwelijks: Roos, Karels verloofde, verdwijnt onder mysterieuze omstandigheden. Frans wil haar koste wat kost vinden en gaat met gevaar voor eigen leven op zoek naar haar.
