Na hun succesvol verlopen tocht per tandem naar Rome besloten Wout de Lange en Klaas van Vlaanderen het voormalige IJzeren gordijn, de grens tussen wat voorheen nog West- en Oost-Duitsland heette, te verkennen en vooral op zoek te gaan naar sporen uit dat recente verleden. Een reis van 800 km, die ze in twee weken tijd volbrachten.
Het fietsen betekende af en toe valpartijen – wanneer Wout de Lange zijn blinde passagier Klaas niet altijd op tijd kon waarschuwen voor een glibberpad met kuilen en bulten –, maar ook proeven van de lokale keuken die soms nog weinig aan originaliteit had ingeboet en ook verhitte gesprekken met voormalige Oost-Duitsers die niet altijd even gelukkig waren met Die Wende. Ook de onderkomens onderweg en de overgebleven bouwwerken uit het communistische tijdperk riepen soms vage herinneringen op aan de tijden van weleer.
Dat het reizen van en naar de plaats van vertrek en aankomst niet altijd een onverdeeld genoegen is, blijkt wanneer het treinverkeer niet echt is ingesteld op tandemvervoer of wanneer de hoge opstap hulptroepen wenselijk maakt.
Al met al een geslaagde onderneming, die met de nodige humor beschreven wordt en waar af en toe een lesje geschiedenis onvermijdelijk is.