¿Eindelijk vakantie!¿ zegt Reka terwijl ze met Anne naar de Bleshof fietst. ¿Lekker elke dag naar de paarden.¿
Het is kerstvakantie en al flink koud. Misschien komt er wel sneeuw! Reka hoopt van wel. Dan kunnen ze eindelijk op pad met de oude, opgeknapte arrenslee.
Als Reka en Anne bij de Bleshof aankomen, zien ze een donkere schim onder het hek van de wei door kruipen. O nee, het is een herdershond en hij jaagt de paarden op! Reka gaat harder fietsen. ¿We moeten hem wegjagen!¿ roept ze.
¿Hoe dan?¿ vraagt Anne. ¿Heb je die tanden gezien?¿
Maar Reka racet zo hard ze kan. Straks valt die hond een van de paarden aan!
Het is kerstvakantie en al flink koud. Misschien komt er wel sneeuw! Reka hoopt van wel. Dan kunnen ze eindelijk op pad met de oude, opgeknapte arrenslee.
Als Reka en Anne bij de Bleshof aankomen, zien ze een donkere schim onder het hek van de wei door kruipen. O nee, het is een herdershond en hij jaagt de paarden op! Reka gaat harder fietsen. ¿We moeten hem wegjagen!¿ roept ze.
¿Hoe dan?¿ vraagt Anne. ¿Heb je die tanden gezien?¿
Maar Reka racet zo hard ze kan. Straks valt die hond een van de paarden aan!
