Nederlands en Russisch zijn heel verschillende talen. Geen Rus zegt bijvoorbeeld ‘Hollandski’, simpelweg omdat de ‘h’ voor Russen onuitspreekbaar is. Van hun kant hebben Nederlanders moeite met de opeenstapeling van medeklinkers zoals in borsjtsj (bietensoep). Toch hebben Nederlanders en Russen in de loop van hun lange gemeenschappelijke geschiedenis talloze woorden van elkaar 'geleend'. In dit boek worden wederzijdse taalinvloeden bijeengebracht en van uitleg voorzien. Aan bod komen onder andere uit het Russisch geleende woorden als karwats en pierewaaien en - omgekeerd - scheepstermen als brandspójt en flot. Begrippen uit de wereld van de sport en de ruimtevaart passeren eveneens de revue, maar ook pseudo-Russische uitdrukkingen als Hollandski en kameraadski, eponiemen als molotovcocktail en pavlovreactie, ingeburgerde termen uit de sovjettijd en culinaire begrippen (mét enkele recepten). Samen met een uitleg over plaatsnamen als Anna Paulowna of De Krim wordt hiermee een uniek overzicht gegeven van de invloeden die Nederlanders en Russen in de loop van de geschiedenis op elkaars talen hebben gehad.
Daarmee is Pierewaaien op Nova Zembla tevens een kroniek van duizend jaar Nederlands-Russische contacten.
Daarmee is Pierewaaien op Nova Zembla tevens een kroniek van duizend jaar Nederlands-Russische contacten.