Het eerste doel van dit boek is het beschrijven van de evolutie over langere tijd van de omstandigheden waarin de mensen leefden, en vooral van die omstandigheden die hun gedragingen hebben beïnvloed. Het gaat hierbij dan altijd om de grote lijnen van die evolutie, meestal anonieme processen die door niemand werden uitgedacht. Voorbeelden hiervan zijn de achteruitgang van de landbouw, de aangroei van de bevolking, de ontwikkeling van de nijverheid en de tertiaire sector, eerst de uitbuiting en daarna de organisatie van de grote massa, de fluctuaties van de levensstandaard, de verdrijving van de arbeider uit het arbeidsproces enz. Een apart deel is besteed aan de open neergang van politieke partijen. Niemand plande deze evolutielijnen, waarvan er een aantal vandaag en morgen doorlopen en die herhaald worden in de Derde Wereld. Het tweede doel is te schetsen hoe al die ontwikkelingslijnen in elkaar grijpen. Niet de chronologische afbakening maar de evolutie van de grote ontwikkelingslijnen is hierbij van doorslaggevende aard. Het proces in zijn geheel wordt getekend in België, maar het is, met lokale verschillen in de tijd, hetzelfde geweest in de omringende landen.
